Wanderlust #4

Kim van Kaam  - 15 oktober 2018

Op bezoek bij schrijversresidenties in Europa, de VS en Canada

Kim van Kaam, hoofd literaire talentontwikkeling bij De Nieuwe Oost | Wintertuin, bezoekt verschillende organisaties in Europa, de VS en Canada om onderzoek te doen naar schrijversresidenties. Haar reis wordt ondersteund door een Wanderlustbeurs van het Nederlands Letterenfonds. Het doel is ervaring opdoen en kennismaken met verschillende vormen van residenties om uiteindelijk een eigen schrijversresidentie te kunnen verbinden aan De Nieuwe Oost | Wintertuin. Voor Notulen van het Onzichtbare schrijft ze iedere twee weken over wat ze meemaakt en ziet. Wanderlust #1, #2 en #3 lees je hier.

 

Verschillende perspectieven

Als ik in Calgary op de bus stap richting het Banff Centre sneeuwt het. Ik zorg dat ik aan het raam zit zodat ik veel van de omgeving kan zien – het schijnt een prachtige route te zijn. De trip duurt normaal gezien twee uur, met een tussenstop in Canmore. Maar al gauw staan we stil op de snelweg, tussen grote trucks. Het sneeuwt hard, er ligt al zeker tien centimeter, en dat is ongebruikelijk voor begin oktober. Niemand heeft nog winterbanden, er wordt nog niet gestrooid, de sneeuwschuivers staan nog in de opslag. Ik kan niet verder kijken dan een paar meter, maak filmpjes van het witte landschap, de witte lucht.

 

 

Als ik aankom is het donker. Ik ben zes uur onderweg geweest. De volgende dag trek ik mijn gordijn omhoog. Ik kan een uitroep van verbazing niet onderdrukken. Het Banff Centre staat midden in een winterwonderland van bergen, beken en rivieren, bossen en watervallen. Het is een enorme campus, waar residentieprogramma’s voor alle disciplines zijn ingericht. Alleen al de literaire afdeling kent veertien programma’s.

 


Een hert op de campus

 

Ik spreek met Meghan Power, de programmamanager van Literary Arts, over de werkwijze hier, de verschillende residenties, het werken met schrijvers, de funding. En voor het eerst moet ik zelf vragen naar de uitwisseling met de local community. Community is het vaakst gehoorde woord tijdens mijn trip tot nu toe – iedere organisatie die ik sprak is ermee bezig: hoe kun je een plek geven aan buitenstaanders, aan bezoekende kunstenaars en hen iets terug laten geven? Hoe bereik en betrek je de lokale gemeenschap bij het programma? Soms voelt het als een leeg concept, als een mode-onderwerp. Het is een dunne lijn tussen gentrificatie en betrokkenheid.
In Banff vind je drie groepen mensen. De bergmensen, vaak uit het buitenland (vooral veel Australiërs op de een of andere manier), die hier twee jaar komen wonen, in de horeca werken, veel skiën en snowboarden en weer vertrekken. Er zijn de echte locals, die hun eigen plan trekken. En je hebt de cultuurmensen, die bij het Banff Centre horen. Er werken hier ongeveer vijfhonderd mensen, nog los van alle bezoekende kunstenaars. Velen wonen in staff accom – huizen die het Banff Centre voor ze ter beschikking stelt. In Banff zelf komen maar weinig huizen op de markt.
De locals komen wel naar optredens en events, en ze bezoeken massaal het Mountain Film + Book Festival, maar verder is er weinig samenwerking of uitwisseling. De bergen en de kunsten zijn hier gescheiden. Dat is al 85 jaar zo.
De sfeer op het Banff Centre is ontspannen. In een week heeft nog niemand met me over Trump gepraat. En ook de schrijvers in de Emerging Writers Intensive die bezig zijn tijdens mijn bezoek lijken niet erg met politiek bezig. Hun werk is eerder persoonlijk. Toch spelen er politieke issues, voornamelijk wat betreft de plaats van de inheemse bewoners in de Canadese samenleving. Banff is heel wit, koloniaal wit, terwijl het dorp in land ligt dat oorspronkelijk bewoond werd verschillende inheemse volkeren. In 1877 ondertekenden leden van deze volkeren, ook wel The First Nations genoemd, het door de Crown opgestelde Treaty 7. Bij ieder openbaar event dat het Banff Centre organiseert wordt het publiek hieraan herinnerd, spreekt iemand een korte verklaring uit:

I would like to acknowledge that we are here this evening on the side of Sacred Buffalo Guardian Mountain in Treaty 7 territory home to the Stoney Nakoda, Blackfoot and Tsuut’ina Nations who help us steward this land, as well as honour and celebrate this place.

Het was een van de aanbevelingen die de Canadese Truth and Reconciliation-commissie deed: erken de geschiedenis en de diversiteit van inheemse volkeren. Er is een apart programma voor Indigenous Arts te vinden op de website, met eigen cursussen en residenties. Maar als ik er met Meghan over spreek weten we allebei dat het gaat om meer dan dat: er moet plaats gemaakt worden. Voor een van haar residenties nodigde ze twee docenten van inheemse afkomst uit. Ze wordt er regelmatig over gemaild: wat is de doelgroep van dit programma? Die is niet anders dan bij andere schrijversprogramma’s. Daar is ze trots op: in de keuze voor docenten bij deze residentie is de minderheid niet slechts een reflectie van een diversiteitsbeleid, maar een beslissing op basis van kwaliteit en expertise.

 


Het uitzicht over Banff vanaf Tunnel Mountain

 

Na een week is de meeste sneeuw gesmolten, iedere dag wordt het uitzicht groener. Ik wandel veel, beklim een berg, bezoek de Vermilion Lakes, een uniek moerasgebied op deze hoogte. Ik fotografeer herten die op de campus rondlopen, op zoek naar gras. Ik spreek werknemers, kunstenaars en bezoekende docenten. Het uitzicht verandert bij iedere stap die ik neem – hier in de Canadese bergen letterlijk. Maar ik zag al zo veel verschillende perspectieven.

Klik door naar Wanderlust #5.

Kim van Kaam werkt als redacteur en literair agent voor De Nieuwe Oost | Wintertuin en is artistiek coördinator van het internationale talentontwikkelproject CELA. Ze maakt onderdeel uit van het collectief Dare to Decolonize en schrijft daarnaast voor haar eigen blog eenweekzonder.nl.