Een etmaal lang blauw

Pete Wu  - 17 januari 2020

 

Een etmaal lang blauw

W

We

We w

We wi

We wil

We will

We wille

We willen. We willen die wekker kapot aaien. We willen afspraken uitgummen, de tijden wissen. We willen ons werk afbellen. We willen weer gaan liggen, even, en onze bedden ontmaken, been voor been voor benen. We willen onze moeder niet terugbellen, haar niet weer proberen uit te leggen: het gaat dit keer wel om ons. We willen onze lippen kapotbijten, de batterijen van de afstandsbediening vervangen. We willen onze planten namen geven. Waarom juist vandaag? We kijken in onze papieren agenda’s om te zien wanneer we jullie voor het laatst zagen, spraken, kusten, bevrijdden, voor het laatst tevoorschijn fantaseerden – en we tellen de dagen terug, een voor een voor enen, om te zien of er een logica zit in het aantal etmalen gedeeld door de minuten, een wiskundige formule die dat uitrekent, verklaart waarom nu juist vandaag, half negen in de ochtend, handen in onze harten knijpen. Wat maakt vandaag leeg? Wat maakte de afgelopen weken prima, levend? We willen onthouden wat ons is beloofd. We willen een excuus vinden. We willen weg uit deze landen. We willen rennen.

~

Maar nee. Het is de tijd van het jaar, zou onze moeder hebben gezegd aan de telefoon. We willen dit toetsenbord aan gort slaan, we willen die ene collega kapotaaien. We willen geen koffie meer van het apparaat. We willen geen codes meer zien. We willen klaarstaan wanneer jullie ons terugnemen. We willen ons voorhoofd checken met de rug van onze hand, onze haren kammen met onze vingers. We willen geen geld sparen, we willen geen goede voornemens laten gaan, we willen een vakantie of een kerst in het vooruitzicht hebben. Dus nee. We willen met onze mooiste kleding aan op bed blijven liggen, gewoon gekleed voor vandaag en toch speciaal – voor een dag die we dachten dat nooit zou komen, een maandag. We willen opstaan en nu de deur openen, nu de frisse lucht tot ons nemen, onze longen als ballonnen, onze vuisten als kanonnen. We willen klaarstaan wanneer het gebeurt, wanneer de dag komt, wanneer die dag eindelijk komt.

~

Na die nacht spraken we jullie niet meer. We wilden jullie niet schrijven, niet appen, niet faxen. Onze lichamen wilden niet meer talen. En na een tijd vergaten we het blik ter hand te nemen wanneer jullie aan het touwtje trokken, en wilden we wakker worden naast anderen en vergeten dat we ooit een hele maandag ((24 x 104)/2) aan jullie dachten. We wilden vergeten wat ons was beloofd.

~

Oh nee. We willen deze lunchtafel omvergooien, die collega zoenen en in het gezicht spuwen, we willen galopperen over het strand, we willen dat de windsnaren onze haren kammen. We willen tot het einde van de wereld lopen. We willen onze ogen toedoen, we willen dromen en voelen, dromen van Honolulu en Jules Deelder. We willen ons vestigen tussen leeuwen, dansen tussen kerken. We willen rushen en het brandende kruis in onze tuinen blussen. We willen onze planten, Karel en Jules, een extra keer voeden. We willen de vinger over ons voorhoofd voelen. We weten dat jullie van het strand houden. Wij niet. Het is, zeggen wij, omdat het strand de buurvrouw van de zee is, en de zee is de moeder van oneindigheid en eeuwigheid, en dat zijn twee dingen waar we schrik van hebben. We zijn gehecht aan grenzen. Mochten jullie vragen naar die tranen, dan zullen we zeggen dat het verstoven zeewater is in onze gezichten. We willen dat jullie naar ons kijken en een schreeuw de lucht in slingeren, de lange schrille adem van een onbelangrijke figurant die zijn dood tegemoet valt in een film waarvan we de titel al zijn vergeten.

~

We willen elke avond een rondje door het centrum wandelen, kinnen op grond, en merken dat we ernaar uitkijken. We willen langs de grachten lopen, soms door een sneeuwstorm, soms onder een strak sterrendek, soms door druppels, binnenkijkend bij mensen met grote en kleine huizen. We willen niet meer tegenhouden dat jullie op die momenten weleens onze gedachten binnenwandelen. Steeds minder vaak, steeds minder scherp. Maar we willen ons er voorlopig nog niet voor schamen dat we jullie soms nog missen, zelfs nu (waarom nu?). We willen dat nog steeds weleens hebben: dat we soms gewoon opgerold op jullie vlot van paletten willen liggen, een keer onbevreesd deinend op de oceanen met onze neuzen tegen ons lievelingsplekje dat helemaal naar jullie ruikt; het stukje tussen nek en schouder. We willen in bad zitten.

~

Na een paar maanden (een jaar?) keren we terug uit het land van leeuwen en kerken, en we openen een oud mapje op een oude telefoon in een lade ergens ver weggestopt en we zien een oud screenshot van een oude grap die jullie naar een vriend stuurden. We willen even weer dat jullie opkijken, een laatste keer, neerkijken, naar ons kijken, dat jullie oplichten, lichten aan, liggen bij ons. We dromen over de dag van gister, voor de laatste keer, en we denken aan jullie, voor een laatste keer, jullie die een laatste Wilhelmschreeuw het luchtledige in slingerden en zo uit onze levens verdwenen. We gaan weer liggen, even, en ontmaken onze bedden, been voor been voor benen – en we wissen.

We wisse

We wiss

We wis

We wi

We w

We

W

 

Tips om het etmaal door te komen:

Voor ups heb je eerst downs nodig, dus we beginnen met Weltschmerz en klonen: speel alle tien de afleveringen van Living with Yourself op Netflix af (8 keer 26 min).

Voor de eerste voorzichtige danspassen van de ochtend: luister naar Magdalene van FKA Twigs (je hebt 38 min je tijd goed besteed).

Voor positieve feelgood-vibes: zet de podcast Heavyweight op, seizoen 2 en dan de aflevering ‘Jesse’, over een man die op zoek gaat naar degene die hem vier jaar geleden aanreed met de auto – om hem te bedanken. De ultieme hashtag voor deze aflevering is: #wholesome (er zijn weer 40 min 57 sec voorbij).

Over #wholesome gesproken: ga terug naar Netflix, kijk Marriage Story en daarna alles van Noam Baumbach (minimaal 136 min verder).

Voor een lach, een traan, een grimas en weer een lach: Een goede nachtrust van schrijver Peter Buurman (120 min?).

Nu het nog kan: reis op 20 januari naar Amsterdam, neem de boot, ga naar Blue Funday – most depressive party of the year in Sociëteit Sexyland (300 min).

Voor de laatste uitgeputte dansmoves van de avond: Against All Logic, een danceproject van componist Nicolas Jaar, met het album 2012-2017.

Pete Wu is journalist, schrijver, redacteur en documentairemaker. Eind 2019 verscheen zijn debuut De bananengeneratie: over het dubbelleven van Chinese Nederlanders van nu bij uitgeverij Das Mag. Dat werd genomineerd voor de Brusseprijs 2020 voor het beste journalistieke boek, en door Theater Oostpool bewerkt tot een gelijknamig theaterstuk dat in 2022 en 2023 door Nederland toerde. In 2020 verscheen de documentaireserie Pete en de Bananen op tv en online, over daten en liefde als jonge Oost-Aziatische Nederlander. In 2020 was Wu gastcolumnist bij de Volkskrant, werd hij benoemd tot een van de NRC Talenten van 2020 en stond hij in de Community Top 100, ook werd hij benoemd tot één van de vijftien Volkskrant Talenten van 2021 en won hij in 2023 de Winq Culture Award. Wu's proza werd gepubliceerd in diverse literaire tijdschriften, hij schreef raportages, artikelen en interviews voor onder andere de Volkskrant, NOS, International Film Festival Rotterdam en Quest.