Het alledaagse van rouw

Lotte de Schouwer  - 30 oktober 2022

Binnenkort zijn de resultaten van de cursus Alledaagse rouw te zien in de bibliotheek in Nijmegen, lees nu vast deze inleidende column

Eind 2021 gaf Lotte de Schouwer voor de tweede keer de cursus Alledaagse rouw: dagboekschrijven voor nabestaanden. In acht bijeenkomsten gaven zij en haar cursisten op een artistieke manier uiting aan hun gevoelens en ervaringen, om het dragen van rouw en verlies te verzachten. In november zullen de resultaten van deze cursus te zien zijn in bibliotheek Mariënburg in Nijmegen. Daar zullen de kunstkaarten geëxposeerd worden die door Lotte en ontwerpster Rhodé Tavenier gemaakt zijn van de teksten van de cursisten (zie preview hieronder). Waar veel beschrijvingen van rouw blijven hangen in het abstracte, heeft Lotte met de kaarten willen laten zien hoe tastbaar en alledaags rouw kan zijn.

 

Het alledaagse van rouw

Ik zal er maar meteen voor uit komen: zelf snap ik na vierenhalf jaar rouwen nog steeds weinig van rouw. Ik weet wel een paar dingen die niet waar zijn. Zoals dat als je eenmaal alle seizoenen een keer hebt doorlopen zonder jouw persoon, het makkelijker wordt. Of dat er zoiets bestaat als een plekje waar je je verdriet veilig kunt stallen en dat het daar dan blijft. Dat tijd alle wonden heelt, dat verse rouw altijd erger is dan rouw die al jaren mee gaat, dat als je de persoon die dood is korter hebt gekend, de rouw ook minder heftig zal zijn. Allemaal dingen die zo kunnen lopen, maar dat heel vaak niet doen. Joan Didion schreef in The Year of Magical Thinking over de rouw na de dood van haar echtgenoot: ‘Grief turns out to be a place none of us know until we reach it.’ Voor de niet-rouwende is rouw simpelweg niet voor te stellen en de rouwende zelf kan er weinig wetmatigheden in vinden.
Vier jaar geleden overleed mijn partner en aan de hand van mijn dagboekaantekeningen schreef ik over die tijd een boek, Overlijdensberichten. Daar kwam later Alledaagse rouw uit voort, een cursus dagboekschrijven voor nabestaanden. Afgelopen winter gaf ik de cursus voor de tweede keer, aan twee groepen. Het was anders dan de eerste keer, toen ik alleen maar jonge vrouwen in de groep had die recent een ouder waren verloren. Dit keer waren de deelnemers weer allemaal vrouw, maar de leeftijden en omstandigheden liepen uiteen. En dus was er ook voor mij weer veel te leren over rouw.
Er was een vrouw die haar man verloor aan het prille begin van de Coronapandemie en zo onwrikbaar positief leek in haar rouwproces, dat het als een verrassing kwam dat ze ergens tijdens de cursus op papier durfde te zetten dat ze hem miste. De vrouw die haar vader verloor toen ze negen jaar was. Met haar werd nooit meer gesproken over dit verlies en zesentwintig jaar later grijpt ze de cursus aan om hem toch nog te leren kennen. De jonge vrouw die haar partner verloor aan een geestesziekte en er tijdens de bijeenkomsten achterkomt dat ze nu voorrang kan geven aan haar eigen verhaal.
Mijn eigen situatie was ook anders dan tijdens de eerste cursusreeks in 2020. Nog geen twee weken voordat ik de cursus weer zou geven maakte mijn schoonzus, de zus van mijn overleden partner, een einde aan haar leven. Ik ben de cursus gewoon gestart en was in die eerste weken in de veronderstelling dat dit verlies nooit zo ingrijpend kon zijn als het verliezen van mijn vriend. Dit pakte anders uit. In die eerste maanden ging het nog wel, maar later moest ik concluderen dat haar dood maakte dat ik ook hem weer verloor. De rouw haalde me in en liet het me nog eens beleven.
Wat ik wil zeggen is: ervaringen van rouw zijn uiteenlopend, niet-lineair, extreem persoonlijk. Ze zijn niet te vangen in de ‘teksten in zwierige letters voor een foto van een mistige berg’ die ik online vind. ‘Liefde houdt niet op waar leven eindigt’, ‘Afscheid nemen is niet loslaten, maar anders vasthouden’ en ‘Wat je in je hart bewaart raak je nooit meer kwijt’, zomaar wat uitspraken die ik op m’n scherm krijg als ik ‘teksten over rouw’ intyp op Google.
Het was altijd al de bedoeling dat de teksten uit deze cursus een podium zouden krijgen, dat mensen die rouwen zich erin zouden kunnen herkennen en dat mensen die nog niet rouwen een idee zouden krijgen van wat rouw kan zijn. Ik wilde na alles wat ik wél had geleerd over rouw heel graag wegblijven van het abstracte, van het soort teksten dat ik hierboven noem. Niet omdat ze niet helpend kunnen zijn, maar omdat ik denk dat het voor mensen die rouw zich niet kunnen voorstellen, niet begrijpelijker wordt hierdoor. En dat mensen die wel weten wat rouw is, maar net die mate van abstractie moeten kunnen begrijpen en voelen. Daarom heb ik mijn cursisten aangemoedigd om voor de kaartenreeks met een tekst te komen die zo alledaags mogelijk is. Om te schrijven over een object dat een herinnering oproept, een handeling die je voortaan alleen moet doen, een poging tot het oppakken van je leven die soms jammerlijk faalt.
Alledaagse rouw zit hem niet in de verjaar- en sterfdagen, of in de objecten waarvan je het zou verwachten: de ring die altijd om haar vinger zat of de urn bovenop de kast. De objecten en verhalen zijn eerlijk gezegd veel profaner, veel banaler en veel alledaagser. Rouw zit in het koesteren van bezittingen die voor de overledene misschien geen enkele betekenis hadden, maar die daardoor des te ontroerender zijn.
Eén van de cursisten vertelde over het flesje scrubgel van haar overleden broer, dat na vele jaren nog altijd bij haar vader in de badkamer stond. Voor haar broer had dit object geen bijzondere waarde gehad. Ook voor haar was het niet duidelijk wat er nou zo speciaal was aan het flesje, het was niet eens zijn vaste merk of geur. Het was simpelweg overgebleven.
Het raakte mij en ik wist: dit was het soort verhaal dat ik aan een groter publiek wilde laten zien. Nog niet veel mensen hebben de kaarten gezien, maar ik heb al een paar reacties op het flesje scrubgel mogen ontvangen. Mensen die jaren na het overlijden van hun naaste hun verzorgingsproducten nog steeds in de badkamer hebben staan. Juist in het alledaagse is het verdriet dichterbij, en daarmee hopelijk ook de herkenning.

 

In de cursus Alledaagse rouw begeleidde auteur en ervaringsdeskundige Lotte de Schouwer mensen bij het dagboek schrijven over ervaringen van verlies en rouw. Alledaagse rouw werd georganiseerd in samenwerking met Wintertuin en Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid (financieel mede mogelijk gemaakt door Prins Bernhard Cultuurfonds Gelderland en Gemeente Nijmegen). Wil je meedoen met een volgende reeks? Stuur Lotte een mailtje (info@lottedeschouwer.nl). De gehele maand november zullen de teksten en beelden uit Alledaagse rouw te zien zijn in Bibliotheek De Mariënburg, Mariënburg 29 te Nijmegen. De kaartenset is te koop in onze webshop

Lotte de Schouwer schrijft over vergankelijkheid, dood en troost. Dat alles voorbijgaat kan zowel een hoopvolle als een verdrietige gedachte zijn. Lotte is socioloog, schrijver, strandjutter en beeldend kunstenaar. Ze schreef het boek Overlijdensberichten, over het sterfbed van haar partner Michiel en de rouw die daarop volgde.