Parasieten en piramides

Martijn van Koolwijk
, Merle Findhammer (illustratie)
 - 24 november 2020

Deel twee van drie essays over de menselijke aard ten tijde van crisis

Illustratie door Merle Findhammer

 

Parasieten en piramides

De economie en ons eigen geluk gaan meestal voor de gezondheid van onbekenden, degenen waarvan we de stem niet kunnen of willen horen. Met blinde uitbuiting van natuur en mensen tot gevolg (1). Het is de conclusie van een opsomming van de keuzes die we maken om onder andere onze wegen toegankelijk en de zorg betaalbaar te houden. Maar het is meer. Het is een manier waarop we onze eigen positie in de behoeftepiramide van Maslow (2) vasthouden ten koste van de ander en uiteindelijk onszelf. Dit is vanzelfsprekend een wereldwijd probleem dat verder gaat dan onze landsgrenzen. Door globalisatie zijn de gevolgen van onze financiële keuzes wijdverspreid. Toch zal ik voor het overzicht en aantal woorden zoveel mogelijk binnen de landsgrenzen blijven. 

In 2014 deelde het Sociaal en Cultureel Planbureau Nederland op in zes sociale klassen (3). De bovenste 15% van de bevolking, de zogenaamde ‘gevestigde bovenlaag’, en de onderste 15%, het ‘precariaat’, zijn sinds die tijd alleen maar verder uit elkaar gegroeid (4). De bovenlaag geniet de hoogste opleidingen, inkomens en vermogens. Bezit het hoogste aandeel koopwoningen. Heeft de meest luxueuze leefstijl en een uitgebreid instrumenteel netwerk. Bestaat vooral uit autochtone mannen van middelbare leeftijd (35-64). Ze stemmen veel VVD of D66. Het is de groep waarin de grootaandeelhouders, belastingontduikers en CEO’s zitten.
Mensen als Shell-topman Ben van Beurden. Iemand die zichzelf naar de top van onze voedselketen heeft gewerkt en elke verantwoordelijkheid voor de klassen onder, en generaties na hem afwimpelt. ‘Ik pomp alles op wat ik kan oppompen om aan de vraag te kunnen voldoen. Wat uiteindelijk werkt tegen klimaatverandering is minder CO2 uitstoten en de consument stoot CO2 uit (5).’ Het is het type man dat zelf genoeg inkomen heeft om een elektrische auto aan te kunnen schaffen en deze ook gedeeltelijk gesubsidieerd krijgt (6) maar de maatschappelijke verantwoordelijkheid van een hooggeplaatste functie afschuift op de neoliberale vrijheid van het individu. Daarmee behoren zij tot een groep van rijken die zichzelf meer en meer boven de politiek en maatschappij plaatsen (7).

Hoe anders is dat bij het precariaat. Een bevolkingsgroep die grotendeels bestaat uit eenzame ouderen. Vaak dakloos, autochtoon en/of vrouw. Werkloos en zonder digitale, Nederlandse of Engelse taalvaardigheden. Fysiek ongezond. Ze hebben de minst luxueuze leefstijl en nauwelijks een instrumenteel en gering sociaal netwerk. Laat staan dat ze weten hoe te moeten stemmen. Waar onze samenleving kansengelijkheid belooft en veel mensen dromen van een leven in de gevestigde bovenlaag is het precariaat vaak compleet onzichtbaar.
Het is de reden waarom Gordon Gekko, de slechterik uit de film Wall Street voor veel jonge mensen een voorbeeld werd (8) en waarom filmregisseur Bong Joon-ho moet uitleggen waarom in zijn film Parasite iedereen parasiet is (9). Bij release was de distributeur bang dat de midden- en onderklasse zich aangevallen zouden voelen door de film. Meerdere keren moest Bong vertellen dat ook het rijke gezin parasiteert: ‘Ik zei tegen hen: “Nou, de rijken zijn duidelijk parasieten in termen van arbeid. Ze rijden niet zelf en doen niets alleen.”’
Tussen de overige vier sociale klassen (de onzekere werkende, comfortabel gepensioneerde, werkende middengroep en jongere kansrijken) woekert een groeiend conflict om het bevredigen van hogere behoeftes, holle begrippen als succes, een constante staat van geluk en het kunnen kopen of krijgen van meer en/of duurdere spullen. Het is de groep waartoe de meesten van onze westerse soort behoren en tevens de groep waarin het wij/zij-denken het makkelijkst tot wasdom komt (10). 

Deze sociale hiërarchie is volgens de Neoliberale politiek echter geen product van ongelijkheid maar van individuele keuzen (11). Het is dan ook noodzakelijk om bij deze ideologie stil te staan. De neoliberale denktank ontstond eind jaren ‘30 (12) en was vooral gefocust op het verkleinen van de macht van de overheid. De staat zou het kapitalisme moeten ondersteunen om het socialisme en communisme minder kans te geven. Hierdoor zou er een wereldwijde samenleving van economische groei ontstaan, waarin afhankelijke burgers zouden veranderen in kritische consumenten die hun eigen geluk en succes bepaalden. Dankzij de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw kreeg het neoliberalisme pas eind jaren tachtig echt voet aan de grond, net als Rick Astley’s ‘Never gonna give you up’ en housebroeken.
Het was terug te zien in het beleid van Ronald Reagan, Margaret Thatcher en Ruud Lubbers (13). Tijdens de kabinetten Lubbers en Paars werd in Nederland volgens dit gedachtegoed het ene na het andere staatsbedrijf afgebouwd en aan marktwerking overgeleverd. Het openbaar vervoer, de posterij, de telefonie, de zorg, energieleveranciers, allen veranderden ze van staatsbedrijf in vrije marktbedrijf. Blind overtuigd dat alle burgers een kritische consument in zich hebben, en dat al deze bedrijfstakken zo zouden concurreren dat de kwaliteit van hun producten omhoog en de prijs ervan omlaag zou gaan.
Plusminus vijfendertig jaar later moeten we tijdens een pandemie ic-bedden lenen bij onze oosterburen (14), kost het oplossen van een bevroren wissel uren (15), komt een groot deel van onze energie van een Zweeds staatsbedrijf (16) en zijn postpakketbezorgers de nieuwe slaven (17). Eigenlijk kunnen we alleen het privatiseren van telefonie als geslaagd zien. Het is ook niet voor niks de markt waarin je als consument echt makkelijk wat te kiezen en vergelijken hebt. Ik bedoel, probeer maar eens met een andere trein dan die van de NS van Nijmegen naar Utrecht te reizen. Of met een acuut hartinfarct de zorg van diverse ziekenhuizen te vergelijken.

De keuzevrijheid in telefonie, en alle andere vrijemarktproducten, is een verworvenheid waardoor je je als een kind in een snoepwinkel kan voelen, maar die ons onbewust ook doodongelukkig kan maken. Sterker nog, in combinatie met de door de kabinetten Balkenende en Rutte aangejaagde afbouw van sociale zekerheden en opkomst van de zogenaamde participatiemaatschappij, een maatschappij waarin voorgehouden wordt dat alles eigen verantwoordelijkheid en keuze is, groeit juist bij velen het gevoel van ongelukkigheid en onmacht. Keuzevrijheid als verplichte last (18). Ondertussen vindt de regering ‘visie’ een vies woord (19) en ontzegt hierdoor zijn burgers een lange termijn perspectief. Ook die lange termijn wordt daardoor eigen verantwoordelijkheid.
Als we allemaal gelijk zijn en alles is eigen verantwoordelijkheid moet je wel een verdomde sukkel zijn als het je als consument van de BV Nederland niet lukt je basisbehoeften veilig te stellen. Dat, of het ligt aan de anderen. ‘Materieel kregen velen het wel beter, maar door de toegenomen verschillen tussen arm en rijk en de stress van het doe-het-zelf-bestaan voelt het niet zo. Bovendien riep de overheid dat ze voor zichzelf moesten zorgen, om zich – althans in hun beleving – vervolgens wel zorgzaam over hun allochtone buren te buigen. Aldus leidt individualisering tot etnische spanningen.’ aldus Eveline Tonkes in een analyse van het boek Individualization (20). Individualisme triggered volgens filosoof Marc Schuilenburg hysterisch gedrag. Gedrag dat volgens hem in onze samenleving beloond wordt (21). Hoe hysterischer en indrukwekkender je schreeuwt iets te kort te komen hoe meer aandacht je krijgt, hoe meer het gevoel bij anderen ook iets tekort te komen gevoed wordt. Een tekort dat niet alleen gevoed wordt door de economie maar ook door de hongerige zoektocht naar sensatie van nieuwskanalen en sociale media.

Maar waardoor voelen we ons eigenlijk tekort gedaan? Daarvoor moeten we terug naar de basisbehoeftes. Kijkend naar de piramide van Maslow zien we dat onze menselijke behoeftes zijn opgedeeld in vijf segmenten. Om een hoger segment goed te kunnen ontwikkelen moeten de behoeftes in de segmenten eronder eerst bevredigd zijn. Helemaal onderaan bevinden zich de fysieke organische behoeftes (o.a. eten, drinken, slaap, onderdak), daarna volgen de behoeftes die voor zekerheid zorgen (o.a. werkzekerheid, vaste huisvesting, veiligheid). De derde groep zijn sociale behoeften (vriendschap, liefde, etc.) en de bovenste twee segmenten draaien om erkenning (eigenwaarde, vertrouwen kunnen krijgen en geven) en zelfactualisatie (persoonlijkheid en mentale groeimogelijkheden ontwikkelen, morele waarden ontwikkelen en toetsen, zelftranscendentie). Als we hier de sociale klassen naast leggen zien we al snel dat de ‘onzekere werkenden’ vastlopen in de onderste twee verdiepingen van de piramide.
Deze 14% van de bevolking heeft geen stabiel inkomen door flexwerken en zzp-schap, een wisselend opleidingsniveau en moeite met het vinden of behouden van een woning (22). Daarnaast hebben zij de afgelopen jaren de sociale zekerheden waar zij op terug konden vallen, zien krimpen en zien verdwijnen achter muren van ontmoedigingsbeleid (23). Krijgt deze groep eenmaal financiële steun vanuit de overheid dan hebben ze een vergrote kans in de armoedeval (24) terecht te komen. Het is een groep die met grote moeite hun basisbehoeften veilig kan stellen, maar toch mee moet concurreren met de drie groepen in onze middenklasse. Een concurrentiestrijd om werkzekerheid en om vaste huisvesting.
Mirjam de Rijk deed in 2017 uitgebreid onderzoek naar de afbraak van betaalbare huisvesting (25). In drie stukken geeft zij inzicht in hoe politiek-economische keuzes de sociale woningbouw al ruim voor de stikstofcrisis totaal op slot hebben gezet. Denk aan de verhuurdersheffing en het feit dat buitenlandse investeerders en grote bedrijven worden aangemoedigd om te investeren in de particuliere woningmarkt. Op papier lijkt onze economie, tot de coronacrisis, dan wel te groeien maar in werkelijkheid zorgt deze fantoomgroei (26) ervoor dat huizen voor steeds meer mensen onbetaalbaar worden en lonen stagneren. Ondanks de zogenaamde keuzevrijheid is wonen in grote steden voor steeds minder mensen een haalbare keuze. Ook al hebben  mensen twee verschillende banen in Amsterdam om rond te kunnen komen, er wonen is nog steeds te duur (27). 

De onzekere werkende, comfortabel gepensioneerde, werkende middengroep en jongere kansrijken zitten elkaar wat betreft nog meer behoeftes in de weg. Een daarvan is wederzijds vertrouwen. Een essentieel onderdeel van erkenning. Door het steeds efficiënter inrichten van werk en productiestromen doen we niet alleen mee aan uitstoting en moderne slavernij (28), maar vallen we zelf ook ten prooi aan een ongezonde controledrang op de werkvloer (29). We zijn al lang geen personeel in een organisatie meer, maar human resources die gemanaged moeten worden. In de privéomgeving zorgen bezuinigingen op publieke organisaties en ambtenaren voor een wildgroei aan commerciële meldpunten (30), die stuk voor stuk het vertrouwen schaden en argwaan wekken. Als ergens een meldpunt voor is, zal het immers wel een probleem zijn. Burgers die zich ergens niet veilig voelen kunnen, mits ze zichzelf ver genoeg omhoog vechten, hun kinderen naar witte scholen sturen en in ‘betere’ wijken gaan wonen. Segregatie (31) en afname van onderlinge solidariteit ten gevolge.
Segregatie versterkt het welbekende ‘onbekend maakt onbemind’. En als de onbeminde, de ‘ander’ dan ook nog gerepresenteerd wordt door die hysterische, schreeuwende, minderheid, wordt elkaar begrijpen en elkaar echt willen zien alleen maar moeilijker. Voormalig denker des vaderlands, René ten Bos, noemt deze ’ander’ ‘de ondankbare’ (32). Mensen die een uitkering kunnen krijgen, omdat wij belasting betalen. Anderen die hun kind zonder problemen niet kunnen inenten, omdat de meeste mensen dat wel doen. Maar ook de vluchteling die hier een stapelbed in een oude gevangenis krijgt en loopt te klagen. Allemaal mensen die we beschouwen als ondankbaar en als parasieten. De menselijke behoefte aan solidariteit en daarmee de mogelijkheid boven het individu en de eigen groep uit te stijgen, lijdt dan ook zwaar onder het neoliberale kapitalisme. Daarnaast ondermijnt ook het aandeelhouderskapitalisme de solidariteit. Niet alleen tussen Nederlandse burgers onderling (33) maar ook richting het klimaat en lage loonwerkers elders ter wereld (34). Want zeg nou zelf: als ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen succes, en de rijken en succesvollen der aarde geen rekening houden met degenen die onder hen staan, waarom zou ik dat dan doen?

Samengevat: de gevestigde bovenlaag ziet hun kapitaal groeien (35) en stoomt toekomstige generaties klaar om het maximale uit het neoliberale kapitalisme te halen (36). Ondertussen groeit er tussen de overige klassen, dankzij onbevredigde basisbehoeftes, polarisatie en strijd (37). Gelukkig lijkt de tweede economische crisis in nog geen vijftien jaar tijd het tij te kunnen keren. Langzaamaan worden de verkiezingsprogramma’s voor de Tweede Kamerverkiezingen gepresenteerd en menig partij vindt het huidige economische systeem onhoudbaar (38, 39, 40, 41 en 42). De PVDA heeft spijt van de door hen ingevoerde verhuurdersheffing op sociale huurwoningen (43) en zelfs de VVD zegt in het nieuwe programma dat er ‘nieuwe keuzes’ moeten worden gemaakt en dat ‘de rafelranden van het kapitalisme moeten worden bijgeschaafd’ (44). Hiermee lijkt de vormgeving van onze economie definitief als verkiezingsitem op tafel te liggen.
Het is echter aan ons om ons niet te veel te laten entertainen of meesleuren in de hysterie vlak voor en na deze crisisverkiezingen. We moeten het systeem waar wij deel van uitmaken onder ogen komen voordat het feestje, zoals in de film Parasite, compleet uit de hand loopt. We moeten, zoals ten Bos stelt, inzien dat wij zelf ook parasieten zijn. Onze verantwoordelijkheid te nemen voor de misstanden die er in onze naam gepleegd worden in de bio-industrie en de fabrieken in Azië en Marokko (45). Voor de kalveren die weggehaald worden bij hun moeders, opdat die meer melk geven (46). Voor de mensen die zich doodwerken om van uitputbare grondstoffen troep te maken die bij ons na enkele weken, of eerder, in de prullenbak belandt (47). Slechts enkele voorbeelden, van een inmiddels onuitputtelijk lange lijst. De enige manier om het tij te keren, is ophouden met steeds maar weer meer uit de economie en de wereld om ons heen te trekken en in plaats daarvan op zoek gaan naar wat wij kunnen doen om die wereld op een duurzame manier een betere plek te maken voor ons allemaal.

 


Lees ook de andere delen van deze reeks.

Lees- en luisterlijst

1. Zoals te lezen in het eerste essay uit deze reeks | Het laatste beetje ons (Notulen van het Onzichtbare, 2 november 2020)

2. Artikel op Wikipedia | Behoeftenpiramide van Maslow

3. Artikel van Maaike van Houten, een analyse van het onderzoeksrapport sociale klasse | SCP: Nederlandse bevolking lijkt op een clubsandwich (Trouw, 12 december 2014)

4. Onderzoeksrapport door Marion van den Brakel en Noortje Pouwels-Urlings | Ongelijkheid in inkomen en vermogen (CBS, 2019)

5. Artikel Irene de Kruif | Topman Shell: ik pomp alles op wat ik kan oppompen (NOS, 4 februari 2016)

6. De huidige subsidieregeling voor overstappen op elektrisch rijden | Financiële ondersteuning elektrisch rijden (RVO)

7. Aflevering van de podcast De Rudi & Freddie Show met Sander Schimmelpenninck | Deze liberale jongen vindt dat de rijken meer belasting moeten betalen (de Correspondent, 28 september 2019)

8. Artikel van Jesica Winter | Greed Is Bad. Bad! Gordon Gekko was supposed to be a villain. Instead, he became a Wall Street folk hero (Slate, 25 september 2007) 

9. Interview met Bon Joon Ho over de controverse rond zijn film | ‘Parasite’: Bong Joon Ho on Making the Movie of the Year (Rolling Stone, 16 december 2019)

10. Artikel van Julia Rijssenbeek | De middenklasse is de sleutel in de strijd tegen ongelijkheid (brainwash, 2017) 

11. Artikel van Gwen van Eijk | Niet alleen een kloof, ook een sociale rangorde (Sociale Vraagstukken, 16 juli 2012) 

12. Artikel van Merijn Oudenampsen & Bram Mellink | Neoliberalisme is de schuld van alles. Toch? (de Correspondent, 28 augustus 2019) 

13. Boek/mustread van Sander Heijne | Er zijn nog 17 miljoen wachtenden voor u (de Correspondent, oktober 2016) 

14. Artikel van Johan van Heerde | Waarom Nederland minder ziekenhuisbedden heeft dan Duitsland (Trouw, 30 maart 2020) 

15. Artikel van Sander Heijne | Waarom er minder treinen rijden als het sneeuwt. Dertig jaar marktwerking in Nederland (de Correspondent, 22 januari 2019) 

16. Artikel van Anne Grietje Franssen, over hoe Vattenfall in Nederland biomassacentrales opent | Vattenfall heeft zich in Nederland niet populair gemaakt, maar thuis in Zweden is dat anders (Trouw, 4 juli 2019) 

17. Artikel van Dick Wittenberg | Gratis pakketbezorging bestaat niet. Deze wegwerpwerknemers betalen de prijs (de Correspondent, 16 november 2017) 

18. Blog van Julian Tramper | Waarom keuzevrijheid ongelukkig maakt (Donders Wonders, 10 september 2015) 

19. Wetenschappelijk artikel van M. Oudenampsen naar het belang van visie en de uitspraken van Mark Rutte hierover | Visie als olifant. De kunst van camouflage (University of Amsterdam-DARE, Idee 204, april 2019)  

20. Artikel van Evelien Tonkens, nav boek Duitse sociologen over de groeiende ongelukkigheid, woede en onvrede in tijden van individualisme | Ongelukkig door zelf gekozen geluk (de Volkskrant, 17 september 2008) 

21. Lezing van Marc Schuilenburg (video) | Hysterie, grondtoon van onze cultuur (Radboud Reflects, 10 mei 2019) 

22. Blog door Cindy Stechweij | Woning huren als ZZP’er, hoe zit dat eigenlijk? (JAAP.NL, 2 juli 2018) 

23. Artikel van Abdel Ilah Rubio | ‘Aanvragen bijstand bij gemeente expres lastig’ (Algemeen Dagblad, 11 april 2018) 

24. Blog van Karin van Nuland | De armoedeval (Stimulansz, 16 september 2020) 

25. Artikelserie van Mirjam de Rijk | De afbraak van het betaalbare wonen (De Groene Amsterdammer, maart-mei 2017) 

26. Boek, podcast en blog van Sander Heijne en Hendrik Noten, over de politieke en economische obsessie met groei | Fantoomgroei (Atlas Contact, 2020) 

27. Boek van journalist Floor Milikowski, gebaseerd op jarenlang onderzoek naar hoe Amsterdam voor zijn eigen bewoners onbetaalbaar werd | Van wie is de stad (Atlas Contact, juni 2018) 

28. Een van de belangrijkste boeken over onze huidige economie, door econoom Saskia Sassen | Uitstoting. Brutaliteit en complexiteit in de wereldeconomie (Acco Uitgeverij, 21 september 2015)  

29. Onderzoeksrapport van Marieke de Ruiter over toegenome controle op de werkvloer | Plaspauzes, toetsaanslagen, telefoontjes: de baas controleert alles (de Volkskrant, 4 november 2020) 

30. Artikel van Kim van Keken over de wereld van de meldpunten | Fijn! Gluren naar de buren (De Groene Amsterdammer, 27 juni 2018)  

31. Essay van Amsterdamse stadsgeografen Wouter van Gent en Cody Hochstenbach | De nieuwe stedelijke geografie: ongelijkheid en segregatie (geografie.nl, 18 juni 2019) 

32. Essay van Rene ten Bos over de ander en de type normeringen om de waarde van leven te bepalen | Extinctie (Boom, 2019)

33. Essay van Tim Fransen (daar is-ie weer) over solidariteit en grootkapitaal | ‘In de crisis bleek Vadertje Staat onze belangrijkste reddingsboei’ (de Volkskrant, 23 oktober 2020) 

34. Artikel door Diederik Baazil | Voorbij de aandeelhouders. Stakeholderkapitalisme als alternatief (De Groene Amsterdammer, 7 oktober 2020) 

35. Het klassieke boek van Thomas Pikkety | Kapitaal in de 21ste eeuw (De Bezige Bij, oktober 2016) 

36. Essay van Thijs Lijster | De stront van de baas eten. Het corps als microkosmos van het neoliberalisme (De Groene Amsterdammer, 5 september 2018) 

37. Boek van sociologen Willem Schinkel en Rogier van Reekum, een poëtisch en strijdvaardig pamflet over hoe de huidige samenleving fascisme in de hand werkt | Theorie van de kraal. Kapitaal – Ras – Fascisme (Boom uitgevers, september 2019)

38. D66 over werk & inkomen (Verkiezingsprogramma 2021) 

39. Het partijprogramma van de ChristenUnie (Verkiezingsprogramma 2017-2021) 

40. CDA over de vlaktaks

41. Het conceptprogramma van GroenLinks (Concept Verkiezingsprogramma 2021) 

42. Partij voor de Dieren strijdt al jaren voor een ander economisch systeem 

43. Artikel van Frank Hendrickx nav de presentatie van het PvdA programma | PvdA neemt definitief afscheid van eigen beleid onder Rutte II (de Volkskrant, 1 november 2020) 

44. Artikel van Jan Hoedeman en Hans van Soest | VVD doet stapje naar links in nieuw verkiezingsprogramma (Algemeen Dagblad, 6 november 2020) 

45. Documentairereeks van Teun van de Keuken en Roland Duong, over fast fashion en uitbuiting door zowat alle grote ketens en merken | De slag om de klerewereld (VPRO, 2015) 

46. Koeien worden als een van de weinige diersoorten op grote schaal direct na de geboorte gescheiden van hun ouders. | Kalf bij de koe. Onderzoek van Wageningen University & Research en het Louis Bolk Instituut (2018) 

47. Documentairereeks van Roland Duong en Marijn Frank, opvolger van De slag om de klerewereld, over ‘Hoe wij onszelf arm kopen’ en de echte prijs van onze wegwerp maatschappij  | De Prijsvechter (VPRO, 2017) 

 

Merle Findhammer ontwerpt, illustreert, zingt en schrijft, en studeert dit jaar af aan Graphic Design te ArtEZ, Arnhem. Momenteel loopt ze bij De Nieuwe Oost | Wintertuin stage als productie- en ontwerpstagiair. Daarnaast maakt ze autonoom, persoonlijk werk dat zich voornamelijk kenmerkt door het verbeelden van abstracte, persoonlijke verhalen middels visueel en auditief onderzoek en interdisciplinaire werkwijzen.

Martijn van Koolwijk schrijft korte verhalen en artikelen over de geestelijke gezondheidszorg. In 2016 verscheen Alleen als er brand is sukkel, een bundeling van zijn columns en korte verhalen. In 2018 en 2019 volgden 'De Legende van Stekker Lee' en 'De gelukzoekerstragedie'. Twee boekjes inclusief cd met liedjes uit de bijbehorende voorstellingen, die hij samen met het blues duo Esk-Esque maakte. Martijn droeg onder meer voor op Mensen zeggen dingen, Zwarte Cross, Valkhof Festival en voor zijn eigen badkamerspiegel. Dit tot groot ongenoegen van zijn buren.