Wildgewelf redigeert Wildgewelf

Schrijverscollectief Wildgewelf
, Tim Bongaerts, Odette van Heesbeen, Frederike Luijten, Lars Meijer en Tessa van Rooijen
 - 23 mei 2024

 

Dit is een reeks onaffe teksten, één van elk lid van schrijverscollectief Wildgewelf. Alle teksten zijn aan een rigoureus redactiesysteem onderworpen. Ieder lid heeft in hun zelfgekozen kleur gestreept en opmerkingen achtergelaten. Al deze ingrepen hebben we laten staan om het redactieproces te laten zien. Zo bieden we je een uniek kijkje achter de schermen van dit Arnhemse collectief. (Uitgelichte foto homepage door Karl Steel, zie Flickr.)

 

and the less i sleep the more i think

of het genoeg is – (1)

het het dansen ademhalen
vergeet niet adem te halen (<3)
slapeloze nachten als krassen op papier
maar er is echt echt niets aan de hand
(2)
het wordt lente en ook en ook voor mij is er vrijheid weggelegd
laat me vertrekken naar een plek met eeuwige vitamine d boost
overdaad aan gember shots handenvol omega 3 pillen (3)
een kapot brein te boven komen

een kapot brein
te boven komen (4)

ik wil meer meer infinity scrollen en seks
iets dat het zwarte gat onder mijn borstbeen een tijdje kan een tijdje vullen
iemand heeft er een ingestoken dolk, dat die niet hielp (5)

ik wil hier weg waar kan ik me afmelden voor de nieuwsbrief
waar kan ik blijven liggen zonder verantwoording af te leggen af te leggen
bij bij welke balie met met welk formulier
mijn slapeloze nachten de gedachtes die me me ontglippen
het concentreren op de (6) ademhaling
de slapeloze nachten (7) (8) (9)

nos corps fleuriront en larmes (10)(11)

 

  1. Suggestie: wellicht een gedachtestreepje toevoegen, om de zin extra te benadrukken.
  2. Je kan hier overwegen een nieuwe strofe te beginnen als pauze na/nadruk op ‘er is (echt) niets aan de hand’.
  3. Ik denk dat de zinnen – beginnend bij ‘laat me’ en eindigend bij ‘3 pillen’ sterker zouden zijn, zonder woorden die er voor effectbejag bijstaan, zoals ‘eeuwige’, ‘overdaad’ of ‘handenvol’. Daardoor krijgt het minder een humoristisch effect.
  4. Wat als deze zin een eigen strofe is? Heel eens met deze. De zin komt goed tot zijn recht als het een eigen strofe krijgt en ik zou hem niet schrappen, voor hoe belangrijk hij is.
  5. Een spatie invoegen. Ook zou ik proberen het ‘infinity scrollen’ op een manier nog in een beeld te vertalen. De seks is al vertegenwoordigd door de (fallische) dolk. Ik ben het niet eens met de redactie die hier is gemaakt, omdat alles ineens passief is. Is het niet juist belangrijk om te benadrukken dat ‘iemand’ er een dolk in heeft gestoken? Die niet aangeduide iemand heeft de ‘ik’ iets aangedaan en dat wordt weggevaagd door het een ingestoken dolk te maken. Daarnaast loopt het ook niet meer qua ritme. Ik zou het helemaal terugbrengen naar de originele zin.
  6. Hier zou je in plaats van ‘het concentreren op (de) ademhaling’ juist ‘het concentreren de ademhaling’ van kunnen maken (alsof er een komma tussen hoort), omdat we eerder ‘welke balie welk formulier’ hebben dus dat lijkt me mooi als herhaling.
  7. Ik weet niet of de herhaling helemaal werkt, ik denk dat het ratelende aspect van te weinig slaap beter in de beeldtaal kan worden gevangen, dan door herhaling.
  8. Ik wil eigenlijk nog meer, voelt nog niet als het einde van de tekst voor mij.
  9. Dit voelt inderdaad nog niet als een einde, zou er hier een zin kunnen waarin onze ‘ik’ het liedje hoort, als een soort slaapliedje/lullaby? Ik sta achter opmerking 8 en 9, voor mij kon dit nog veel langer doorgaan.
  10. Is dit een citaat? Ik vind de zin terug in het nummer ‘pourquoi la mort te fait peur’ van Pomme, ‘waarom maakt de dood je bang’. Er is denk ik plek voor dit citaat IN het gedicht ipv als afterthought. Mooi nummer wel.
  11. Geen opmerking voor de tekst, maar ik moet gaan vechten met blauw, denk ik.

ik zeg dat ik dingen van de bosgrond zal eten (1)
omdat jij/je (2) soms (3) uitgedaagd mag worden

ik zal (4) dingen van de bosgrond eten
ik eet dingen van de bosgrond (5)
waar honden kunnen pissen
waar je seks had met je ex
waar (6) de sporen van naaktslakken lopen
en waar kinderen rennen (7)

ik ben niet vies van naaktslakken
of de sporen van kindervoeten
maar ik ben vies (8) van speeksel (9)
jij je je hoeft me niet te vragen
of je in mijn mond mag spugen

ik heb net dingen (10) van de bosgrond gegeten
bramen van hun takken getrokken
ook daar waar iedereen erbij kan (11)
waar kinderen hun handen prikten prikken
waar honden (op de bodem grond pisten) pissen (12)

misschien zal ik straks douchen
en mijn tanden poetsen
mijn handen reinigen
onderbroek wisselen
maar eerst zal ik eten (13)

ik zal alles eten wat uit de bodem komt (14) (15)
tot ik mezelf vergiftig

 

  1. You had me at ‘dingen van de bosgrond eten’! Kan niet wachten om de rest te lezen! <3
  2. Waarom ligt hier een nadruk op de jij? Is de jij losstaand van de ik of is het een soort algemene jij? In het geval van het eerste mis ik een beetje de aflossing van waarin de jij uitdaging vindt en hoe de acties van de ik daar invloed op hebben, zeker tegen het einde.
  3. Waarom de twijfel toevoegen door ‘soms’?
  4. Het zou misschien spannender zijn als het actief wordt gesteld: ik ga dingen van de bosgrond eten. Ik vind zonder ga/zal nog beter. Eventueel nog ‘dingen’ specifieker maken of weglaten.
    Ik zou sowieso letten op ‘twijfelwoorden’ in dit gedicht, zoals ‘zal’, ‘soms’, ‘misschien’.
  5. Waarom wordt deze zin herhaald? Hierdoor verliest de openingszin aan kracht.
  6. Deze voeg ik toe omdat het anders wat minder lekker leest, een andere suggestie is om de volgorde aan te passen en daarmee ook een volgorde van ‘viesheid’ aan te brengen.
  7. Wat is de overlap binnen deze nevenschikking? Wil het impliceren dat er veel viezigheid op de grond ligt? Dan zou ik kiezen voor andere beelden. Het rennen van kinderen maakt een grond niet per definitie vies. Kinderen doen inderdaad genoeg dingen die viezer zijn dan rennen.
  8. Ik vind het met de herhaling sterker overkomen. ‘Maar van speeksel’ klinkt ook niet zo mooi.
  9. Aha. Maar dan snap ik nog steeds niet waarom ze hierboven staan, de regels maken het dan nog inwisselbaarder, mijns inziens.
  10. Hoe vaker het wordt omschreven als ‘dingen’, hoe meer ik zou willen weten wat specifiek de ik eet: de aarde, insecten, bladeren, gras? Of eet de ‘ik’ alleen de genoemde bramen? Eens, zoals ik hierboven ook al had gezegd: wat zijn de dingen? Eten we blaadjes of insecten? Is het iedere strofe weer anders?
  11. Deze regel begrijp ik niet helemaal, wat zeg je hier? Ik snap dit ook niet, wellicht het woord ‘ook’ weglaten?
  12. Je kan deze zin volgens mij reduceren tot ‘Waar honden pissen’. (Ik zette het tussen haakjes zodat ik de suggesties van anderen niet in mijn kleur verdrink.) Breekt lekker met het ritme en pis van een hond valt sws op de grond.
  13. Deze strofe is mijn favoriet.
  14. Ik vind deze zin wel mooi, maar hij staat hier nu zo alleen en dan vind ik de vorige strofe een sterker einde. Eens! Eindig bij ‘maar eerst zal ik eten’. 🔥
  15. Ik snap de rol van de ‘jij’ niet in het gedicht. Het lijkt over de ik te gaan. De ik eet van de grond omdat de jij uitgedaagd mag worden, maar het lijkt eerder een soloproces in de rest van het gedicht. Je zou eens kunnen kijken wat er gebeurt als je de jij helemaal schrapt.

Herinneringen aan een vastgebonden paard

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch (1). Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien. ‘Ik zag een boer zijn enige paard vastbinden aan een boom,’ vertel ik, ‘het dier wilde ontsnappen.’ Er is een touw rond de nek van het paard geknoopt. Hij is vies en mager. Ik wijs naar de boer: ‘Een dag daarna overleed hij. Ik kon het paard nergens vinden.’

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch. Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien. ‘Ik zag een boer een paard vastbinden aan een boom,’ vertel ik, ‘het dier wilde ontsnappen.’ Er is een touw rond de nek van een paard geknoopt. Hij is vies en mager. Ik wijs naar de boer: ‘Een dag daarna overleed hij. Het paard was weg. Hij werd gevonden bij een meer.’

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch. Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien. ‘Ik zag een boer naast een vastgebonden paard staan,’ (2) vertel ik, ‘hij wilde het dier van het uitbuiten.’ Er is een touw geknoopt rond de nek van het een paard geknoopt. Hij is vies en mager. Ik wijs naar de boer: ‘Een dag later werd hij opgepakt. Het paard was weg. Hij werd slapend gevonden bij een meer.’

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch. Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien. ‘Ik zag een paard vastgebonden aan een boom,’ vertel ik, ‘maar een boer had hem laten ontsnappen.’ Er is een touw rond zijn nek geknoopt. Hij is vies en oogt uitgedroogd. Ik wijs naar de boer: ‘Een dag daarna hebben we hem gepakt. Het paard was weg. Hij werd drinkend gevonden bij een meer.’ (3)

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch. Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien. Ik zag een paard vastgebonden aan een boom, vertel ik, maar iemand heeft hem losgemaakt maakte hem los had hem losgemaakt voordat de foto werd genomen. Er is een touw gewikkeld rond de nek van een man. Hij is vies en oogt uitgedroogd. Ik wijs naar de man: ‘Een dag daarna hebben we hem opgeknoopt. Het paard was al weg. Hij werd zwemmend gevonden bij in een meer gevonden.’ (4)

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch. Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien zien aan mijn zoon (5). Ik had een paard gestolen,vertel ik, een boer kwam hem terughalen. Hij bond hem vast aan een boom. Er hangt een man met een touw rond zijn nek in een boom. Hij is vies en uitgedroogd. Ik wijs naar de man: ‘Hij had zich in mijn verveling vergist. Het paard heb ik weer meegenomen. Ik liet hem achter bij het meer.’ (6)

Na de oorlog werd ik gestationeerd in het midden van Frankrijk. Er was niets om te bewaken of herbouwen. De locatie van mijn verblijf was symbolisch. Ik laat een foto van mijn diensttijd aan mijn zoon zien. Ik had een paard vastgebonden aan een boom, vertel ik,maar iemand had hem laten ontsnappen. Er hangt een man met een touw rond zijn nek in een boom. Hij is vies en oogt uitgedroogd. Ik wijs naar de man: ‘Het opknopen nam de hele middag in beslag. Het paard werd gevonden. Hij was verdronken in een meer.’ (7) (8) (9) (10)

 

  1. Literally me.
  2. Okay, go off Queneau!!
  3. Ik heb twee alineas geschrapt bij wijze van experiment. Ik denk dat de tekst aan kracht wint door het iets korter te maken. Niet alle alineas zijn even hard nodig en de verandering/onthulling van het plot baat imo bij wat meer snelheid.
  4. Ik vind de volgorde en het herhalen van bepaalde woorden in dit stuk verwarrend. Ik denk dat je dat met een kleine aanpassing wel kunt oplossen. Heb geprobeerd het al iets kleiner/duidelijker te maken! Ik heb ook het idee dat in deze alinea het een stuk onduidelijker is wat er op de foto te zien is, dus ik heb geprobeerd dat iets duidelijker te maken, maar ik begrijp nog steeds niet zo goed wat het vastgebonden paard en de vastgebonden man hier met elkaar te maken hebben.
  5. Ik snap niet waarom hier ineens de zinsvolgorde veranderd is, terwijl het in alle andere stukken hetzelfde is.
  6. Ik heb deze alinea eentje omhoog gehaald, want het leek me leuk (?) om de tekst te eindigen een verdronken paard.
  7. Je tekst heeft iets mystieks door de cryptische herhaling en subtiele veranderingen elke alinea. Ik denk dat er nog wat meer kan veranderen van alinea tot alinea, maar het gevaar is om het te ‘overdoen’. Voor een herschrijving zou je kunnen proberen te kijken wat er gebeurt als je meer verandert. Ik haak hier graag op aan, want ik ben ook erg benieuwd naar wat er gebeurt als niet alleen het verhaal, maar ook de woordkeuze of de zinsstructuren miniem veranderen. Eveneens ben ik benieuwd of je meerdere volgordes hebt uitgeprobeerd? Ik zie al dat er in de tekst is gehusseld. Ik denk dat de verandering van volgorde, dat het eindigt met het dode paard in het meer, wel sterker is, maar ik ben ook benieuwd naar meer subtiele veranderingen, ook in het begin zinnen die nu steeds hetzelfde zijn. Is er wel een zoon om de foto aan te laten zien? Wat als de foto niet echt gebeurd is? Verschilt er iets aan het verhaal als het voor de oorlog is of op een andere plek in Frankrijk – bij de zee bijvoorbeeld, dat het paard de zee in is gerend in plaats van het meer?
  8. Verder is er ook iets droogkomisch ofzo, misschien ben ik gewoon morbide maar na het vierde verdwenen paard moet ik gewoon lachen. Ook omdat ik me dan voorstel dat de ‘ik’ zijn facts niet meer op een rijtje heeft en die zoon elke dag lastig komt vallen met dezelfde herinnering die telkens net anders is. Doe hiermee wat je wil.
  9. Ik zou hier nog een extra ‘al’ of ‘ondertussen’ aan toevoegen, zodat er nadruk ligt op dat het paard is verdronken omdat het opkopen zo lang duurde.
  10. Ik denk dat er iets te halen valt met heel kleine aanpassingen. Dit ligt er echter aan of het verhaal meer baat heeft bij leesbaarheid, bij stijl of bij de omwisseling in inhoud. Ik vind het interessant dat de rol van de boer en het paard worden omgedraaid. Misschien leg ik er een lezing in die niet je bedoeling is, maar dat de boer én het paard op een gegeven moment vastgebonden zijn omdat ze wilden ontsnappen maakt een spannende speling op mens-dier-relaties. Stiekem ben ik benieuwd naar een alinea waarin niet meer duidelijk is of er nou naar de boer of het paard wordt verwezen. Of misschien is het niet eens duidelijk dat de ik losstaat van die twee personages. Puur uit experiment om te zien wat het doet met de tekst.

het licht laat de kamer ontruimd achter
koffie trekt in het oude hout
we kijken naar elkaar (1)
jouw gezicht door schaduw gedempt
is dat doodsangst in je ogen? (2)

ik heb deze déjà vu al eens eerder gehad (3)
dit is al eens eerder gebeurd

het donker kwam op dezelfde manier (4)
de vlek legde lag (5) zich exact zo neer
we keken elkaar aan
jouw gezicht onzichtbaar (6)
in de schaduwluwte (<3)

ik vroeg je of dat doodsangst was
in je ogen (<3) (<3) (<3)

je bleef een antwoord schuldig (7)

 

  1. Ik denk dat het sterker is om de cameravoering nog even in de ontruimde ruimte te houden, wat zien we daar – kan het gevoel door het gebrek aan spullen worden verbeeld?
  2. Let erop, woorden als ‘schaduw’ of ‘doodsangst’ hebben zulke sterke connotaties, dat het gedicht gelijk veel te zwaar maakt. Het wordt er onnodig dramatisch van, terwijl heftige momenten zich vaak in stilte hullen. Verder, ik ben niet erg fan van vragen in gedichten. Het voelt als een goedkope retorische truc. Als in, verwacht de dichter hier echt antwoord? (In mijn geval: nee.)
  3. Deze zin maakt mij in de war en dat is niet per sé slecht, maar hoe kan je eigenlijk een déjà vu eerder hebben en hoe kan je dat zo omschrijven? Is het dan niet gewoon een déjà vu? Kan je een déjà vu van een déjà vu hebben? Als iemand anders hier iets op kan zeggen, heel graag. Ik heb deze zin aangepast, want volgens mij wordt er bedoeld dat dit al een keer eerder is gebeurd en wordt daarna het beeld beschreven in de déjà vu. Deze wijziging maakt de zin een stuk sterker, maar ik heb wel even de ‘al eens’ weggehaald.
  4. Hetzelfde als? Het licht? De déjà-vu? De koffie? Misschien maakt het niet uit. Of bedoel je hier, het donker kwam op eenzelfde manier als het licht in de openingstrofe? Ik vraag me af of het donker op dezelfde manier binnen kan komen. Donker is juist de afwezigheid van licht. Ofwel, donker is gebruikelijk, licht is de afwijking.
  5. Zo klinkt het alsof de vlek zich neervlijt op de tafel, alsof het het zelf doet. Is dat je bedoeling? Ik zag dit ook zo voor me, dus ik heb het aangepast. Kan een vlek zich neerleggen? Ontstaat een vlek niet – in dit geval door een foutje (cq. menselijk toedoen)?
  6. Hoor ‘s, kan je een onzichtbaar gezicht zien of aankijken? Of wordt er gekeken naar een gapend gat, zoals in Faith – The Unholy Trinity het geval is? Of, wat wordt er gezien in een onzichtbaar gezicht?
  7. Het begin van deze tekst voelt af vergeleken met het einde (ook wel mooi ergens als je denkt aan het onderwerp, maar misschien niet wat je wil). Je zou ervoor kunnen kiezen om dit uit te bouwen naar beelden, waarin de ‘ik’ twijfelt of de ander (nu onzichtbaar?) er nog wel echt is etc. Ik haak hier even aan met dat het voelt alsof er nog een strofe mist en ik denk dat het voor mij ook ligt aan dat hier ineens minder beelden zijn. Ik ben het hiermee eens. Ik denk ook dat de tekst vraagt om nog iets meer beelden en misschien nog een herhaling om ruimte te geven aan het gevoel van de ‘deja vu nog een keer hebben’ dat iets opnieuw en opnieuw gebeurd. Ik zou er juist voor kiezen mij te focussen op één sterk beeld – zoals de openingszin – en dit verder uitwerken. In de verstilling die daarin kan plaatsvinden, kan mijns inziens wat spannends gebeuren. Misschien is het ook wel de moeite waard om werk van Armando of F. Dixhoorn erbij te pakken. Laat de beelden vooral meer zijn dan een letterlijke omschrijving van het beschreven beeld dat er vooraf aan is gegaan.

Ik sta bij een van de meest excentrieke huizen boven de miljoenen grens!. Met maar liefst 30 dertig kamers is er in deze knusse seaside villa naast een werk- of speelkamer, ruimte voor een thuisbioscoop, binnenzwembad of en volière.

Het design is gebaseerd op een architectonische stijl die al zeker sinds het Cambrium, ruim 1,5 anderhalf miljoen jaar geleden, bestaat. Pas in de negentiende 19e eeuw is deze stijl het populair geworden en de meesten zullen het wel kennen van toen Henri Marie Ducrotay de Blainville erover schreef in zijn handleiding naar malacologie (1) (2). Een prachtig voorbeeld van deze stijl zijn deze inkepingen in het de kalk, als door de golfstroming gesneden (3) (4). Ik kan vanaf de deuropening het parelmoer van het interieur al zien glanzen.

Ik zal even op mijn hurken gaan zitten zodat het beter te zien is, maar (5) de bouw, al lijkt het enorm op de fameuze gulden snede, wijkt net een paar graden daarvan af. Wellicht een onbewuste keuze (6) (7) en toch worden de ogen direct naar het belangrijkste punt toegetrokken. (8)

Het voordeel (9) van deze villa is dat hij amfibisch is. Als je met me meeloopt naar binnen (10) – je moet wel bukken om door de deuropening te komen – dan zie je het misschien al. Overal om ons heen, op de plafonds, vloeren en muren, zijn plekken waar spieren kunnen aanspannen en tentakels kunnen vastzuigen. Op die manier stuw je zo de villa naar een meer exotisch, benthisch gelegen gebied. (11)

Voor nu zijn de kamers opgevuld met showmeubels, Ddie kunnen worden overgekocht of worden vervangen. (12) Uiteraard moet bij de laatste optie rekening gehouden worden met de een uiterste omvang van 5 vijf cm3 (<3) per meubelstuk. (13)

 

  1. Deze zin loopt niet lekker. Ook een beetje ‘hier komt de informatie’-achtig, zou beter werken als het er subtieler in wordt verwerkt.
  2. Bro ik wil dit studeren.
  3. Anglicisme?
  4. Mooie zin.
  5. Waarom staat hier ‘maar’? Het is geen tegenstelling. Wat mij betreft heeft op je hurken moeten zitten niks te maken of de bouw wel of niet de gulden snede is.
  6. Lijkt me niet. Lijkt mij wel.
  7. Is iets überhaupt een keuze als het onbewust is gedaan?
  8. Ik mis nog een beschrijving van wat dan het belangrijkste punt is. Waar wordt mijn oog naartoe getrokken? Ik sluit me hierbij aan.
  9. selling-point? unieke? Mee eens! # unique selling-point.
  10. Tot nu toe kreeg ik het idee dat ik naar een programma keek. Een makelaar die op YouTube of iets dergelijks ‘huizen’ laat zien. Praat de spreker nu tegen de camera of zijn we fysiek aanwezig in een rondleiding?
  11. Ik vond het fijn/tof dat we hier pas erachter komen dat dit geen gewoon huis is. Van mij mag dit nog een klein beetje duidelijker gemaakt worden, maar de timing is top.
  12. Je zou ipv ‘vervangen’ net iets persoonlijkers ervan kunnen maken. ‘Of je kunt je eigen meubels meenemen, iets uitkiezen wat helemaal bij jou past.’ etc etc.
  13. Ik denk dat het stuk nog wat kan winnen door echt in het lingo van de makelaar te duiken. Het stuk kan daardoor een stuk humoristischer worden!

Schrijverscollectief Wildgewelf bestaat uit schrijvers van speculatieve fictie tot poëzie, de stadsdichter van Tilburg, documentairemakers en een literair biokunstenaar. Het zeskoppig collectief initieert uiteenlopende projecten waaronder (eigen) publicaties, voordrachten en podcasts. Ze zijn gevestigd in Arnhem, maar je kan ze overal in het land tegenkomen. Klik via hun gezamenlijke Instagram door naar leden Lotte Bijl, Tim Bongaerts, Odette van Heesbeen, Frederike Luijten, Lars Meijer en Tessa van Rooijen.