turf/Op het droge

Nicole Kaandorp  - 19 juli 2019

Tijdens Festival op ‘t Eiland  2019 droegen schrijvers van Literatuurnest, de schrijverswerkplaats van De Nieuwe Oost | Wintertuin, voor op het pontje. Op dinsdagavond 16 juli namen Rik Sprenkels en Simone Zwitserloot je mee met deze en meer bijzondere teksten en op donderdagavond 18 juli verzorgden Just Rijntjes en Nicole Kaandorp de goede verhalen tijdens de oversteek.

 

turf

en al dat water het stroomt en vroeger met mijn vader op een surfplank we waxen en we
wachten op het water en het stroomt de dijken over hallo water welkom in onze kelder
noordzeeïge troebelte stromend door pijpen broeksleidingen adem in kopje onder kijk pa
daar ligt–
en het water stroomt mijn snorkel in voordat ik stik hard uitademen dan komt alles weer de
kraan uit een glas limonade en de tuin in
als je regenwormen opensnijdt vallen ze in druppels uit de lucht en het stroomt –maar het
stroomt maar–
als we met z’n allen de golven kussen gaat de zee dampen
worden we vanzelf schoon als we op straat staan en het water en het stroomt tot onze
riemen waar ik nooit van heb begrepen hoe je–
want ze zijn van leer en lesstof blijft niet drijven je kunt er alleen je dorst mee–
en het water en het stroomt onze tenen in de zon en ik drijf en drijf af en later de planten op
het plantsoen gieteren drie liter per struik ’t is een dorre zomer overal behalve in onze kelder
waar het stroomt tot onze tepels die nu–
het komt door een scheur heen pa
en het water het stroomt over de rug van –schk schk– droge brandbare aarde –schk schk– uit
de haperende spr– en zet uit zorgt dat alles kan blijven
groeien en het roeit ons tot onze kinnen en de trappen van de kelder hoeveel kindjes in
Afrika zouden nu niet van dit water–
hou je bek
roept mijn vader
duik eens
zoek die hamer
en slaat met zijn vuist op metaal in het plafond vraag me af of het zal roesten voor of na ze
ons–
en het water en het stroomt en we dansen in de tuinslang en we zingen: laten we drinken,
laten we duiken naakt in het schuim en mijn pa en ik en de surfplank die we waxen

 

Op het droge

Mijn neef op zijn slippers in zijn onderbroek op onze steiger geeft me het blikje aas aan.
Maden in het zaagsel. Tussen duim en wijsvinger pak ik er één, voel het wriemelen tussen
mijn vingertoppen en rijg het diertje, zoals ik heb geleerd, vlak achter z’n kop aan mijn
haakje. Dan de hengel het water in, neerleggen op de steiger en daarna niets.
De schaatsertjes aan het wateroppervlak. Mijn neef die een klodder op het hout van
de steiger spuugt. Niet het water in, dat nooit, voor het geval ze daarvan schrikken.
‘Til dat bakje eens op,’ zegt hij. Hij trekt een omhooggerolde pijp van zijn grijze
onderbroek recht, laat het elastiek tegen zijn bovenbeen kletsen.
Ik til het bakje op, het ligt omgekeerd op het hout, het gele Teletubbies-bakje waar ik
vroeger yoghurt uit at. Eronder ligt een vis op het droge. Ik zie zijn hart kloppen, zijn oogje
heen en weer flitsen, verder niets.
‘Leeft het nog steeds?’
‘Ja,’ zeg ik.
‘Verdomme.’
‘Heb je die al lang?’
‘Paar uur.’ Mijn neef haalt zijn blikje lauw bier uit het daarvoor bestemde vakje van
zijn campingstoel.
‘Het is een zonnevis,’ zegt hij, neemt een slok en laat die rondgaan in zijn mond
zoals bij het tandenpoetsen.
‘Wat is een zonnevis?’
‘Gewoon. Dat daar.’
Ik kijk de vis aan. Het bakje nog in mijn hand. Een paar uur, een paar uur.
‘Waarom,’ begin ik, en: ‘moet je ‘m niet niet’ en ik denk aan de droogte en de
hersencapaciteit, iets van drang of levenslust of dat dat projectie is en al die maden in dat
blikje.
Ik leg het yoghurtbakje weer over de vis, maar het lijkt of ik er doorheen kan kijken. Ik
zie ‘m goudbruin nog steeds.
‘Meer bier?’ vraag ik en loop op mijn blote voeten de tuintegels op, de schuur in,
waar ik mijn hoofd een paar tellen in de koelkast houd, twee, drie, en dan nog langer.

 

Literatuurnest is een ontmoetingsplek voor schrijvers, dichters en verhalenvertellers. Wie schrijft doet dat vaak alleen, zonder kantoor of collega’s. Wintertuin biedt een schrijfwerkplaats waar je met andere schrijvers en lezers kunt sparren en feedback krijgt op je werk. Gezellig, vrijblijvend en zonder grote verwachtingen.
De werkgroepen van Literatuurnest komen samen op vier locaties: Nijmegen, Utrecht, Arnhem en digitaal via Zoom. Deze bijeenkomsten vinden één keer per maand plaats op vaste avonden. Per editie is er ruimte voor twee of drie schrijvers om een tekst voor te leggen. Wil je meedoen? Meld je dan aan Hannah Chris (Nijmegen), Nicole (Utrecht), Myrthe (Arnhem) of Steff (Digitaal). Of klik door voor meer informatie over Literatuurnest.

Nicole Kaandorp schrijft verhalen, die onder andere verschenen in de Volkskrant, de NRC, de tweede Sampler van uitgeverij Das Mag, en op het podium van Mensen Zeggen Dingen. Ze stond in 2018 op de shortlist van de Joost Zwagerman Essayprijs met een essay over (non)monogamie, en won in 2019 de Lowlands Schrijfwedstrijd met het verhaal 'Linnen', waarin een stel speelt dat ze elkaar niet kennen. Naast het schrijven is Nicole de helft van muziekduo Kopje Onder, organiseert ze literaire programma's, en borduurt ze op aanvraag dingen op T-shirts.