Nooit meer slapen

Marthe van Bronkhorst  - 22 april 2024

 

Een boom die middenop een toneel groeit. Op komen een man, Berber, in de praktische kleding van een boswachter, en een vrouw, Lorna, in zeer onpraktische kleding, met de professionele camera van een journalist. Het waait. Ze gaan staan op flinke afstand van de boom – en van elkaar.

Lorna           Kunt u voor de camera gaan staan? Ja. Mooi.

Berber gaat voor de camera staan. Hij weet zich geen houding te geven.

Berber          Kunnen we niet beter bij de berk staan? Dan kunt u zien waar het gebeurt.
                         (Stilte. Ze gaan er niet heen.)
                         Ja? Zullen we gaan?

Lorna            Wacht even, eerst bijlichten. Ja, ja, we gaan.

Ze gaan niet.
De Lorna stelt de camera in, nog steeds.

Berber          (kijkt op zijn horloge) Het gaat beginnen.

Lorna            Niet te veel naar voren… precies. (staakt het cameragerommel) Wat begint er?

Berber          Bij die berk zou het nu… ja!

Lorna            Even het geluid testen. Kunt u even in de camera praten en wat over uzelf vertellen?

Berber          Het is begonnen.

Lorna            Begin maar hoor. Wie bent u? Wat doet u? Vertel.

Korte stilte. Journaliste Lorna verandert hier en daar wat aan de camera-instellingen en maakt meerdere opnames, terwijl Berber begint met praten.

Berber          Ik bekijk en meet dingen in dit bos. En dan voornamelijk spreeuwen. Het lijkt ingewikkeld hoe ze bewegen. De spreeuwen, bedoel ik. Maar het is een systeem. Eigenlijk zijn er drie simpele regeltjes. Eén: afstoting: er moet altijd ruimte zitten tussen twee spreeuwen – kijk, daar gaan ze weer! Twee: samenhang: er mag maar een maximale afstand tussen ze zitten – kijk! En, de bocht om. Drie: uitlijning: elke spreeuw stuurt aan op de gemiddelde snelheid en richting van z’n buren. Formatievliegen heet het. Maar wat ik dus wil zeggen: en dit is belangrijk: deze doen net anders. Het lijkt op gericht groeperen. Ze richten zich op iets.

Lorna            (laat camera even, pakt notitieblok) Formatievliegen… Wie is dan de leider?

Berber          Ze hebben geen leider. Geen vaste richting, geen plan. Het systeem denkt. Snapt u?

Lorna            Het systeem denkt.
                         En die drie regels dat waren, één: afstoting, nummer twee was…?

Berber          (wijst) Kijk zelf van dichtbij. (draait zich om, loopt erop af) Het gaat om dichtbij. Maar als je te dichtbij komt, gaan ze… Komt u?

Ze komt niet.
Lorna legt haar pen neer, gaat verder met filmen, kijkt door de lens van haar camera heen.

Lorna            O ja, ik zie het. Een soort zwerm.
                         Dat zijn de spreeuwen?

Berber is naar haar teruggelopen. Hij knikt zo rustig als hij kan: heel, heel rustig.

Berber          Dat zijn de spreeuwen.
                         (Stilte en gekwetter)
                         Samen slapen.

Lorna            Pardon?

Berber          Voor als u zich afvroeg waaróm ze het doen.

Lorna            Ah.

Berber          Normaal gesproken, overdag, scharrelen ze in kleine groepjes. Maar als ze gaan slapen zijn ze veiliger met zijn allen. Vijf miljoen kunnen het er zijn. Kijk! Sperwer! Dat zijn die kleine opdonders, dat zijn hun vijanden. Maar ze kunnen de spreeuwen niet pakken, niet eentje van de vijf miljoen. De zwerm is het schild. Normaal gesproken. ’s Nachts…

Lorna            Wacht even, die vijf miljoen – heeft u dat gemeten met een soort registratie of de landelijke Vogelteldag of is dat gewoon, zo hop, een schatting?

Berber          Steekproef. ’s Nachts maken ze die enorme wolk in de lucht, dat is een sein, een rooksignaal, ‘Hier zijn we’, dat is om de kudde te verzamelen om te gaan slapen.

Lorna            Dus het is eigenlijk een soort bedritueel.

Berber          JA! Behalve dat ze nu niet naar bed gaan. De zon gaat onder. Nu zou de zwerm één grote trechter moeten worden. Laten ze zich een voor een in het riet vallen. Als vuurpijlen.. Even tjilpen, en dan is het uit.

(kijkt op zijn horloge) Dat zou nu moeten gebeuren.

Lorna            Maar het gebeurt niet.

Berber          Ik zeg het u mevrouw. Die dieren slapen niet meer. Het is onnatuurlijk. Deze blijven alert, alsof ze zich voorbereiden. U moet het even van dichtbij zien. Ze breiden uit, steeds grotere cirkels. Ze zijn nu in murmuratie – hoe zeg ik dit? in een krijgsdans – rond die berk, hun biotoop – hun huis, zeg maar. Laten we erheen lopen.

Lorna            Nu?

Berber          Nu.

Lorna            Ik weet het niet.

Berber          Wat niet?

Lorna            Mijn telefoon zegt dat het regent.

Berber          Maar het is droog.

Lorna            Ja, het is op zich droog… (korte stilte)
                         Want ik had ook nog de Fauna Monitor onderzoeksenquête die ik met u wilde doorlopen. Misschien kunnen we zometeen gaan? Als het opklaart.

Berber          Ja, maar…

Lorna            Mijn eerste vraag zou zijn: ‘Hoe lang bent u hier al werkzaam en zou u zichzelf als expert beschouwen in het gebied van natuur- en bosbehoud?’

Berber          Ze beginnen opnieuw! Het begint weer opnieuw.

Lorna            (notuleert) Oké. Denkt u dat we nog tijd hebben voor vraag twee tot vijf?

Berber          Twee van mijn collega’s zijn geschampt. Een boswachter in het Ruhrgebied ligt in het ziekenhuis. Agressief groepsgedrag. Het zijn musachtigen, geen roofvogels. Eén agressieve spreeuw, dat kan. Maar een zwerm? Het is een risico. Mensen die in de buurt van berken wonen, moeten binnenblijven. Ik zeg dit niet licht, ik zeg dit helemaal niet licht, maar ze moeten die bomen kappen! Kunt u dit doorgeven? Kunt u dit stuk er alstublieft niet uitknippen?

Lorna            O, hij filmt nu niet hoor, ik ben aan het instellen.
                         ‘2A: Merkt u de laatste maanden of jaren in uw werk iets van verandering?’ Welke boom zei u?

Berber          Betula pendula. Berk. Wit met zilveren blaadjes.

Lorna pakt het statief en loopt richting de berk. Is plotseling geïnteresseerd in het schouwspel.
Gekwetter.

Lorna            Wonderlijk.

Berber          Niet zo wonderlijk als je de drie principes kent.

Lorna            Botsen ze nooit?

Berber          Wat?

Lorna            Botsen ze nooit?

Berber          Ik zou daar niet in het midden gaan staan mevrouw.

Lorna            Wat?

Berber          Ik zou daar niet in het midden gaan staan mevrouw.

Hij loopt naar haar toe. Ze gaat door met filmen van dichtbij.

Berber          Niet daar staan, ze gaan ook langs die…

Het statief valt, Lorna raapt het op en haast zich terug.

Berber          Ja, precies.

Lorna checkt gehaast de camera.

Lorna            Mooi, hij heeft het gefilmd. Ze stoppen niet echt hè.

Berber          Dat is wat ik probeer te zeggen. Dit is al zo vanaf augustus. Het klopt niet. Normaal gesproken zouden ze nu gaan slapen.

Gekwetter.

Lorna            De zon gaat om 17:49 pas onder, zegt mijn app.

Berber          Wat?

Lorna            Dus ze hebben op zich nog drie, nee, twee minuten om rustig te worden.

Berber          Nou…

Lorna            Óf ze doen nu alleen nog maar aan powernaps! Wat zouden ze doen met al die tijd die ze dan overhouden?

Berber          Ze gaan zingen. Alsof het ochtend is. Helemaal ontregeld. Ik weet niet waarom. Ik heb het de anderen gevraagd. We weten allemaal niet waarom.

Lorna            Dus spreeuwen zijn nu nachtvogels. Dat schrijf ik even op. Vijf miljoen zei u hè? Mijn zoontje Noah is drie. Hij is een hele moeilijke inslaper. Om acht uur wordt hij altijd heel druk. Uiteindelijk maakt hij zichzelf doodmoe. Misschien is het zoiets. Heeft u kinderen?

Berber          Nee. Ik heb een terrarium.

Lorna            Ah ja. Nou, als u kinderen zou hebben dan zou u het snappen. Dat komt misschien nog wel.

Hard gekwetter.

Lorna            Oké. Mooi zeg, dat de natuur zich zo aanpast. Survival of the fittest. ‘Het systeem denkt.’ Het systeem denkt nu dat het zomer is.

Berber          Egels maken geen holen meer. Wakkere vleermuizen in november. Hier over de grens zijn boven de grond marmotten gezien. Er wordt gebroed door een aantal vogels. Gebroed, mevrouw. Weet u wel dat een mees een gemiddelde temperatuur van 8,6 graden nodig heeft voor een broedseizoen? Dat is nu in november. Ik zeg het u mevrouw. De dieren slapen niet meer. Het is onnatuurlijk-.

Lorna            Ik vind dat u nu wel heel negatief bent. We hebben vorig jaar nog een project gedaan voor faunabehoud. En de stikstofhoeveelheid in de lucht is hoeveel precies? Zit dat boven of onder de waarde? Anders schrijf ik op ‘Niet bekend’

Berber kijkt op, plotseling rustig. Hij volgt de beweging van de zwerm met zijn hoofd als in een trance.

Berber          Ze zingen.

Lorna            Wat?

Berber          Ze zingen.

Beiden kijken nu op, plotseling rustig. Beiden volgen de zwerm. De spreeuwen zingen.

Marthe van Bronkhorst is schrijver, theatermaker en psycholoog en studeerde aan de VU Amsterdam en Harvard Medical School. Ze schreef voor onder meer Theater Ins Blau, Sonnevanck, Over het IJ festival, Kluger Hans, Meander, De Revisor en werkt aan een roman over duikers bij uitgeverij De Geus.