Kaars in de wind

Eline van Wieren  - 08 december 2021

Welk idee ligt in de la stof te verzamelen? En waarom?

Zoals in Hollywood een blacklist-survey wordt gehouden van most-liked motion picture screenplays not yet produced, zo zetten wij deze vraag ook uit onder schrijvers: welk idee – waarvan de schrijver zelf weet dat het fantastisch is – ligt desondanks nog in de la stof te verzamelen, en waarom? De reflectie die uit deze opdracht voortkomt, kan gaan over onkunde en onzekerheid, maar ook over ambitie en fascinatie, wilde dromen.
Deze keer vroegen we alumni van de opleiding Creative Writing aan ArtEZ naar hun beste ideeën voor een afstudeerwerk, die het uiteindelijk tóch niet werden. En waarom deze verhalen nog altijd door hun hoofd spoken. Klik door voor de rest van onze Literaire Blacklist.

 

Kaars in de wind

Ik zag het al helemaal voor me, een cover gebaseerd op de albumhoes zoals ik me die uit mijn jeugd herinner. Blauw karton met een dunne rode rand, een lichtroze, haast witte roos in het midden. Op de presentatie zou ik alle aanwezigen zo ver krijgen dat ze samen met mij het nummer zouden zingen. Lichten gedimd, aanstekers in de lucht.
Het plan: een verhaal schrijven naar aanleiding van het nummer dat Elton John oorspronkelijk voor Marilyn Monroe schreef, ‘Goodbye Norma Jean’, en later herschreef voor de begrafenis van prinses Diana, ‘Candle in the Wind’. Ik zou elke obscure documentaire op YouTube bekijken en alle kringloopwinkels in mijn stad afspeuren naar boeken, tijdschriften, mokken en blikken met plaatjes erop van één van de drie. En het dan uiteindelijk allemaal verbinden met dat harde, beige tapijt in de woonkamer van het huis waarin ik opgroeide.
Het tapijt dat groefjes in de huid van mijn knieën boorde terwijl ik nog eens op play drukte. De wandeling die we elk jaar opnieuw maakten naar de begraafplaats aan de andere kant van het dorp. Bij de ingang vulden we een gieter met water. Aangekomen bij de juiste steen, veegden we neergevallen blaadjes weg, knipten de lavendelbloemen weg die de letters bedekten en staken de waxinelichtjes aan. Een verhaal waarin drie levens samen zouden komen: dat van Marilyn Monroe, prinses Diana en van het zusje dat nooit echt mijn zusje werd. Levens waarop verwachtingen rustten die geen van hen ooit waar zou kunnen maken.
Toen het moment daar was om het verhaal te gaan schrijven, kwam er niets. Ik probeerde te beginnen bij een beeld uit een van de YouTubefilmpjes waarin Harry aan de hand van zijn broer William achter de zwarte koets met daarin de kist aanloopt. Een zee van mensen die haast over de hekken stroomt schreeuwt naar hem: ‘We love you, Harry!’
Niets. Drie woorden schrijven, dan alles weer backspacen.
Ik vond een ander beginpunt. Een herinnering van toen ik een jaar of tien was en ziek thuis was, met een slaapzak op de bank en allebei mijn ouders aan het werk. Ik zapte heen en weer langs Tel Sell programma’s en peutertv en bleef hangen bij een documentaire op Discovery Channel over Marilyn Monroe. Ik kende haar alleen van dat ene iconische moment, met haar witte jurk die omhoog geblazen wordt. Nu zag ik haar op een brancard uit haar woning gereden worden na haar overdosis. Een schoolvoorbeeld van hoe er altijd twee verhalen zijn. Het gepolijste verhaal dat zich graag laat vertellen, de ‘ja, goed!’ die als een reflex volgt op ‘hoe gaat het?’. Het tweede verhaal is het verhaal dat schuurt, de in de muur geslagen spijker van de pijnlijke waarheid waardoor het prachtig ingelijste plaatje blijft hangen.
Toen ik aan die scène begon, gebeurde hetzelfde. Ik omschreef het oubollige patroon van de slaapzak en mijn zweterige voeten, daarna wist ik niet meer hoe ik verder moet.
Nog steeds gaat er in mijn hoofd vuurwerk af als ik aan dit verhaal denk en schieten de mogelijke scènes door mijn hoofd. Maar als mijn vingers dan boven het toetsenbord hangen, slaat de twijfel toe. Dat eerste verhaal ken ik als geen ander, maar dat tweede verhaal, heb ik dat wel goed gezien? Is dat wat er echt is gebeurd? En als ik het al goed heb onthouden, is het wel mijn verhaal om te vertellen?
Tijdens het schrijven van mijn afstudeerwerk volgde ik elke dinsdagavond yogales. Die lessen bestonden voornamelijk uit de zonnegroet, maar dan een hele langzame. Vaak deden we er wel een uur over. Op iedere uitademing een klein stukje verder in de houding zakken. Het gebied zoeken waar je jezelf niet te ver in de houding forceert, maar het ook niet te makkelijk maakt. In de vooroverbuiging begonnen mijn benen elke week opnieuw te trillen. Volgens mijn yogadocent moest ik dat gewoon laten gebeuren, er zou niets loskomen waar ik niet klaar voor was.
Blijkbaar was ik nog niet klaar voor dit verhaal en ik besloot het anders aan te pakken. Samen met een vriend schreef ik elke dag een uur, zonder voorbedachte rade, en alles wat er in dat uur gebeurde was goed. Ik verzamelde een berg scènes, bedacht een volgorde voor die scènes, gooide er een heleboel weg, schreef er wat bij, tot er een geheel ontstond en daar studeerde ik mee af.
Als ik nadenk over waarom het niet gelukt is met het Elton John verhaal, herinner ik me een verhaal dat het hoofd van onze opleiding in het eerste jaar van mijn opleiding Creative Writing aan onze klas vertelde. Over Erik Jan Harmens, die een boek over zijn alcoholisme wilde schrijven, maar dan gedrenkt in science fictionsaus met aliens. Toen hij zich realiseerde dat hij de saus nodig had om verteerbaar te maken wat hij eigenlijk maar met moeite aan kon kijken, besloot hij opnieuw te beginnen. Zonder saus. Het boek dat hij schreef werd een ontzettend kwetsbaar en eerlijk werk: Hallo muur.
Ondanks dat ik een hele goede saus had gemaakt (prinses Diana en Marilyn Monroe op een bedje van Elton John, wie wil dat nou niet?), was het idee dat er in dat gerecht uiteindelijk ook zorgvuldig gesneden stukjes van mijn verhaal moesten komen verlammend genoeg om helemaal niet meer te schrijven. Laat staan dat ik het zonder saus moest schrijven.
In het werk dat ik uiteindelijk schreef zaten veel autobiografische elementen, gehuld in verrassend weinig saus. Blijkbaar kon ik dat met dit verhaal wel. De eerste versies van elk hoofdstuk schreef ik met pen en papier. Backspacen was niet meer mogelijk en ik moest me neerleggen bij de struikelende zinnen die mijn pen uitkwamen. De scènes die dat opleverde, klopten vaak precies met het gevoel dat de herinneringen aan die tijd in mijn buik opwekten, maar kwamen niet altijd overeen met wat er daadwerkelijk was gebeurd. Ook dat moest ik mezelf leren toestaan. Er ontstonden drie verschillende Eline’s. Eline, het mens dat dingen had meegemaakt. Eline, de schrijver die door de herinneringen wroette op zoek naar de juiste details. Eline, die alleen in woorden bestond en met een nieuwe naam een personage werd.

Eline van Wieren studeerde af aan ArtEZ, Creative Writing met een novelle over twee zusjes en een yogadocent. Daarnaast zat ze in het Brabantse talentontwikkelingstraject voor schrijvers WOLK, waarvoor ze een serie liefdesbrieven schreef. Eline is enorm geïnteresseerd in de relatie tussen het lichaam en de literatuur en omringt haar schrijfpraktijk met rituelen, yogasessies en eindeloze wandelingen. Momenteel volgt ze een opleiding tot holistisch massagetherapeut, werkt ze aan haar debuutroman en is ze nauw verbonden met de schrijfretraite organisatie Wide Open Writing.