Het Verhalenhuis | Zorggroep Solis (Deventer)

Vijf (buurt)bewoners kwamen tweewekelijks samen in zorggroep Solis, locatie Groote en Voorster. In tien bijeenkomsten tekenden Annie Winter, Christien Slinkman-Saris, Diet Kroeze, Lidy Hogeling en Marjan Bauling hun verhalen op. Onder begeleiding van schrijver Jordi Lammers en met hulp van vijf vrijwilligers schreven en herschreven ze hun teksten. De beste zijn samengebracht in een bundel. Verhalen over vakantie, familie, oudjaar en de liefde.

 

Inleiding | Jordi Lammers

Bij de deelnemers van Het Verhalenhuis zag ik dat hun eigen verlangens vroeger soms ondergesneeuwd werden door de belangen van ouders, kinderen, mannen. Ze hadden een rol en naar die rol moesten ze zich voegen. Soms deden ze dat met alle plezier: ze namen de kinderen mee naar het bos, bakten oliebollen voor het hele gezin, plukten de groentetuin leeg om een lekkere maaltijd te bereiden, maakten cocktails van vers fruit. Ze hielden ervan. Ze waren er goed in.
Maar soms was er subtiel verzet. Van Diet, bijvoorbeeld. Als wederhelft van de dominee geeft ze expliciet aan dat ze niet de taken uitvoerde die van zo’n vrouw verwacht werden. Of Lidy, die in haar jeugd vaak hoorde dat ze een rotmeid was en daarom later haar kinderen alle ruimte wilde geven. Of neem Marjan, met haar verzonnen verhaal over een hartstochtelijke ontmoeting in de trein. Het zijn momenten dat deze vrouwen zelfstandig hun pad uitstippelden.
Dat ze zich na verloop van tijd openden, heeft veel te maken met de vrijwilligers met wie ze langzaam een band opbouwden. Door hun goede vragen en luisterende houding creëerden zij een ruimte waarin de gevoelens en gedachtes van de deelnemers wél belangrijk waren. Vaak lachten ze samen, soms liet iemand een traan. En telkens weer die verbazing: dat ik dit aan je vertel.

 

Liefde voor koken | Christien Slinkman-Saris

Ik vergeet veel van nu, maar van vroeger weet ik nog alles. Ik ben na de lagere school naar de huishoudschool gegaan. Daar leerde je wassen, strijken en koken. Je kreeg daar les van kloosterzusters. Dat was een mooie tijd. Helaas waren mijn cijfers te laag, daarom mocht ik geen eindexamen doen. Maar mijn vader is toen naar school gegaan en heeft geregeld dat ik toch eindexamen mocht doen. Ik heb het diploma gewoon gehaald. En dat diploma mag nooit weggegooid worden.
Ook de moestuin zie ik nog voor me. Mijn vader had een moestuin; ik maakte vaak stamppot van de boerenkool en tuinbonen, en erwtensoep. Vader was slager. Hij maakte balkenbrij, rookworst, leverworst en rolpens. Rolpens is een soort worst in ronde plakken die een beetje zuur smaakt. Mijn vader maakte ook zure zult. Slachten deed hij eerst thuis en later in het abattoir, daar hoefde ik niet bij te zijn. Maar soms moest ik hem helpen in de slagerij.
Het was vroeger altijd de zoete inval bij ons thuis. Het was een groot gezin met negen meisjes en één jongen. Ook mijn vriendinnen waren er altijd welkom. Aan tafel vertelden we elkaar verhalen.
Op de avond voor oudejaarsavond bakte ik oliebollen in de schuur. Mijn man was timmerman en hij bewaarde daar zijn gereedschap. Ook de hond en de kat gingen er gezellig bij zitten. Ik had daar een gasbus en een fornuisje staan en bakte oliebollen met krenten en rozijnen en appelflappen. Zelf vind ik appelflappen het lekkerst. Na het bakken ruik je helemaal naar oliebollen, dan moet je schone kleren aantrekken. Op oudejaarsavond werd er geen alcohol gedronken. We dronken bowl die ik zelf gemaakt had met veel vers fruit. Op de avond zelf keken we naar de oudejaarsconference en gingen we gezellig samen sjoelen. De kinderen hadden vuurwerk, maar daar heb ik een hekel aan, dat vind ik gevaarlijk.
Met Pasen bakte ik altijd een rollade. En ik bakte ook vaak een hele grote stapel pannenkoeken met spek en appel, met stroop en poedersuiker erop. Ik kookte altijd alles zelf, ook griesmeelpudding en vanillepudding met bitterkoekjes en fruit. Ik kookte vrijwel nooit iets met een pakje. Ik zeg altijd: ik kan niet zo goed leren, maar ik kan wel heel goed koken.

 

 

Jonge schrijvers begeleiden oudere mensen bij het oproepen en opschrijven van hun verhalen. Dat is het idee achter het Verhalenhuis, een project van Vitalis WoonZorg Groep en Wintertuin. In een reeks van tien bijeenkomsten schrijven de deelnemers hun herinneringen op papier, onder begeleiding van de schrijfbegeleider en vrijwilligers. De verhalen die zo ontstaan, worden gepresenteerd op verschillende podia en als Verhalenhuisbundels. De bundels van deze voorgaande edities zijn te bestellen in de webshop van Wintertuin. Deze editie van het Verhalenhuis wordt mede mogelijk gemaakt door het Prins Bernhard Cultuurfonds Overijssel en Vrienden van Solis.

 

Illustratie: Dino de Haas

 

Christien Slinkman-Saris is geboren op 12 juni 1934 in Schalkhaar. Na de lagere school en de huishoudschool is ze getrouwd en huisvrouw geworden, en moeder van vijf kinderen. Haar man is helaas overleden. Christien woon nu in Groote en Voorster. Ze houd van gezellige activiteiten en is graag onder de mensen. (Foto door Vincent van den Hoogen.)

Jordi Lammers was in 2016 de campusdichter van de Radboud Universiteit. Hij publiceerde verhalen en gedichten in De Revisor, Op Ruwe Planken en bij De Optimist en schrijft essays voor Rekto:Verso. Je kon hem horen voordragen op de Nijmeegse Kunstnacht, het Nijmeegs Boekenfeest en het International Literature Festival. Samen met zijn broer Rindert vormt hij de tweekoppige band Benji - een samensmelting van muziek en poëzie. Jordi zit in een talentontwikkeltraject van De Nieuwe Oost | Wintertuin. In november 2021 verscheen zijn chapbook Slaap lekker, Hiroshi Yoshimura, een bundeling van vijf korte verhalen waarin Jordi laat zien wat het betekent om ergens in te geloven. (Foto door Gaby Jongenelen.)