Dwaalspoor

Willemijn Bussink  - 27 maart 2023

Van 21 maart tot en met 9 april geniet je in Nijmegen van literatuur in de buitenlucht. Wandel rond, zoek ze op of kom ze per ongeluk tegen: de poëzieposters van Dwaalspoor. Verspreid over vijftien plekken in de Nijmeegse binnenstad lees je werk van Wout Waanders, Puck Füsers en Salomé Mooij. De posters zijn vormgegeven door grafisch ontwerper Mika Vink.
We vroegen schrijver Willemijn Bussink een wandeling langs een deel van Dwaalspoor te maken, lees hieronder haar poëtische reisverslag. Kijk op de kaart voor alle locaties. In de legenda linksboven zie je welk gedicht waar hangt. 

 

Gedicht voor zolang het licht op rood staat – Wout Waanders (foto door Schulte Schultz Fotografie)

1.

In een berm
Een berm is een strook grond langs de weg die in eerste instantie bedoeld is als uitwijkmogelijkheid voor het verkeer. Je zou een berm een non-plaats kunnen noemen. Een plek waar mensen anoniem blijven. Een plek die niet belangrijk genoeg is om gezien te worden als plek.

Daar staat een vrouw die naar een reclamepaneel tuurt. Het is een zachte berm, haar wandelschoenen pletten het gras. Ze draagt een regenjas. De stof ritselt wanneer ze loopt maar nu staat ze stil, stil in een berm naast een stoplicht dat niet tikt want het is rood. 

Ze twijfelt of ze samenvalt met een belangrijke eigenschap van de berm – nauwelijks opgemerkt worden – of dat ze juist opgemerkt wordt doordat ze doet wat alle andere voorbijgangers niet doen: de berm in gaan. 

2.

Bij het stoplicht
Ze schrikt als ze bij het woord groen is aangekomen en het niet de fietsers maar de auto’s zijn die de weg opschieten. Ze realiseert zich twee dingen: dat ze het woord groen voor de realiteit van het groene licht voor het fietsverkeer aanzag, en dat een simpel woord als het woord groen in potentie grote consequenties in zich draagt.

3.

Wat er achterblijft
Deze keer staat het reclamepaneel op de stoep, de tegels rondom het paneel zijn verwijderd, de afdruk van haar schoenen zijn zichtbaar in de natgeregende grond.

Iemand die veelvuldig met de handen in de aarde werkt, weet hoe onmogelijk het is de grond volledig uit de groeven van een handpalm te verwijderen. Ze kan zich de handen van haar vader niet herinneren zonder dat er aarde in de lijnen van zijn handpalmen zat. Op de grond van zijn moestuin worden volgend jaar huizen gebouwd.

4.

Op een heuvel
Ze ziet zichzelf in het glas van het reclamepaneel – ze staat stil maar zo voelt het niet, haar hart bonkt in haar keel van de klim omhoog – het is droog, ze heeft het warm, ze ritst haar jas los.

In de reflectie ziet ze hoe een man een rioolputdeksel opentrekt. Verderop: voorbijrazend verkeer, steigerbouw, hamerslagen, stofwolk boven een opengebroken stoep.

Op een heuvel – Salomé Mooij (foto door Aafke van Pelt)

5.

Bij de Waal
Ze gaat zitten op een bank aan de kade langs de Waal. Er vaart een vrachtschip voorbij. Een man loopt van de voorkant van het schip naar het achterdek, tegen de vaarrichting in. Ten opzichte van het schip komt hij vooruit – nu is hij in het midden aangekomen – ten opzichte van het landschap, tot het water, de oevers, de kade, het bankje waarop zij zit – verandert er niets, blijft hij op dezelfde plek, alsof hij op een loopband in een outdoorfitnesscentrum staat.

6.

Laten we
De loodrechte letters van een powerpoint beginnen uit de powerpoint het klaslokaal in te stuiteren. Het gebeurt wanneer ze – staand op haar tenen – een schoolgebouw in gluurt en ze de blik vangt van een leerling die ingestort over zijn schoolboeken hangt terwijl op datzelfde moment een ekster in een boom naast de school een schel krehkrehkreh laat horen.

Zie je dat
Iemand heeft het licht doorgeprikt
Hoe ze zich op een nieuwe plek plots een oude plek herinnert – onbeduidend, maar in een flits, nauwelijks waarneembaar, aanwezig. Alsof de combinatie van deze benzinelucht, gevel van een huis in aanbouw, het ritme van de voetstappen vlak achter haar en de manier waarop ze haar heupen draait om een voorbijrazende scooter te ontwijken, haar toegang verschaft tot een plek in haar herinnering waar ze nooit meer naar is teruggeweest. 

8.

Bij een boom
Hier bewegen wortels traag onder je in vierkante aarde
Ze loopt, ene voet voor de ander, ze trekt een spoor door de stad, een tekst van voetstappen, en haar lichaam, opgewarmd door al dat lopen, vergeet het onderscheid tussen wat ze las en wat ze zag.

Daar een boomwortel in het gebarsten asfalt, daar een trillende muziekbox, dansende jongeren op een grasveld, daar een raam zo schoon dat ze eerst denkt dat het glas ontbreekt. Daar een dixi, daar een hoop schrootafval, daar het afgebladderde aanplakbiljet voor een vermiste kat.

En nu staat ze stil – de regenjas inmiddels om haar heupen geknoopt. Stil staat ze, niet in een berm maar bij een boom, langs de kant van de weg. Roerloos lijkt de boom, maar de boom beweegt. De boom beweegt niet zoals de auto’s bewegen, zoals de e-bikes en fietsen en brommers bewegen, zoals de bouwvakkers en de hondenuitlaters en de boodschappenhalers bewegen, nee, de boom beweegt op een manier die zij niet kan registreren. In de bast, onder de bast, onder de grond, in de grond.

Zie je dat – Puck Füsers (foto door Schulte Schultz Fotografie)

Willemijn Bussink studeerde af aan Creative Writing ArtEZ met het verhalende essay Mijn stem is een hagedis, een spiegelpaleis van vrouwen die kijken, bekeken worden en het woord nemen. In haar afstudeerjaar raakte ze geobsedeerd door een boek, Aanvulling op het leven van Barbara Loden van Nathalie Leger, een obsessie die ze onderzocht tijdens lange wandelingen door Zypendaal in Arnhem, het Midden Atlas gebergte in Marokko en de Oostermaet in Salland. Als stagiair-resident bezocht ze Knockvologan Studies op Isle of Mull, waar ze onderzoek deed naar haar intimiteit met de plek door te wandelen en een pad in de tuin aan te leggen.