De tijd verstrijkt elders

Lotte Lentes  - 18 maart 2023

De ’tussenruimte’, of ‘non-space’, is een plek die van iedereen en tegelijkertijd van niemand is. Het bushokje, een vliegveld, het pleintje voor de deur. Niemand voelt het eigenaarschap of de noodzaak iets aan de plek te veranderen, maar we komen er allemaal. Hierdoor ontstaan onpersoonlijke plekken waar je je begeeft om van A naar B te gaan, geen ruimte waar je wilt zijn. We vroegen Lotte Lentes om zich juist tot de tussenruimte te verhouden.

 

De tijd verstrijkt elders | Lotte Lentes

49°02’42.5″N 9°15’55.7″E. Het is de laatste dag van de vakantie en we moeten nog een kleine vijf uur rijden. Even plassen bij de raststätte, een slokje water in de schaduw van de paar bomen die zich zo dicht bij de snelweg weten te handhaven. Onze auto staat naast een Mercedes geparkeerd, een diepdonkerrode waar, zo valt me pas laat op, geen banden onder zitten. De ramen zijn groenbeslagen en als ik naar binnen kijk zie ik dat de achterbank bezaaid is met bladeren en afval. In het dashboard zitten deuken waar poeltjes water in moeten hebben gestaan die verdampt zijn en bleke kringen hebben achterlaten – uit het gescheurde leer van de stoelen groeit onkruid omhoog richting het dak waarvan het metaal her en der is doorgeroest, zodat grote gaten licht en water binnenlaten. De tijd verstrijkt elders, en ondertussen staat hier, in deze verlaten tussenruimte, een oude Mercedes op zijn allertraagst te vergaan.

 

38°58’49.1″N 92°59’27.0″W. De game Red Dead Redemption 2 speelt zich af in het Amerika van 1899, tijdens de laatste jaren van het Wilde Westen. Je kruipt in de huid van Arthur Morgan, een bebaarde outlaw die samen met zijn bende door het ruige hart van Amerika trekt. Er zijn honderden missies te voltooien, waarvoor je te paard het landschap doorkruist – een landschap dat, zo begrijp je al snel, aan Arthur toebehoort. Iedere whitetail deer, alpine goat of striped skunk kan geschoten en gevild worden, zodat Arthur kan eten of een nieuwe zadeltas kan maken. Overal lichten planten op, american ginseng, yarrow, desert sage, die Arthur in eindeloze hoeveelheden kan plukken om er speciale tonics van te brouwen die hem krachtiger en sneller maken. Alles wat Arthur tegenkomt, van canned beans tot large jewelry bags, kan hij stelen, iedereen kan hij beroven, iedere winkel kan hij overvallen. Alles is van hem, of staat in dienst van hem en als dat niet vanzelf zo is, dan moet dat met enig wapengeweld worden afgedwongen.

 

49°02’42.5″N 9°15’55.7″E. Het antropoceen gevangen in een hyperrealistisch geanimeerd verleden, Arthur als de everyman van de planetaire roofbouw – we maken ons graag plekken eigen, denken dat dat nou eenmaal bij mens-zijn hoort. We doen dat vaker door te misbruiken, leeg te roven of te bevuilen dan door te verzorgen. Door de Mercedes in dit parkeervak achter te laten en er niet meer naar om te kijken, heeft iemand zich deze tussenruimte eigengemaakt, zonder er verder verantwoordelijkheid voor te voelen. Ik beeld me in hoe dat in zijn werk moet zijn gegaan en in die fantasie is alles bezield. De Mercedes kijkt diens oud-eigenaar droevig na, het gras wuift verbolgen, de stationair draaiende vrachtwagens grommen vervaarlijk, de lijnen op het asfalt worden tentakels die de oud-eigenaar alsnog te pakken proberen te krijgen – maar in werkelijkheid gebeurde er hoogstwaarschijnlijk niets. Op een troosteloze plek als deze blijft alles ongezien.

 

35°39’56.0″N 139°45’48.7″E. Het metabolisme was een avant-gardistische beweging in de Japanse architectuur wier aanhangers geloofden dat gebouwen en steden vormgegeven moesten worden naar het voorbeeld van levende organismen. Met het oog op de naoorlogse bevolkingsgroei ontwierpen ze constructies die bestonden uit geprefabriceerde, celachtige onderdelen, die makkelijk te vervangen waren wanneer hun levensduur voorbij was. De stroming was maar kort populair en letterlijk haar tijd vooruit; er kwamen megalomane structuren uit voort die zelfs met de huidige constructiemethodes helemaal niet gebouwd zouden kunnen worden. Een gebouw dat met enige concessies wel werd gerealiseerd, was de Nagasakin Capsule Tower in Tokyo, gebouwd in 1970-1972. Een blokkentorenachtige sculptuur, bestaande uit honderdveertig capsules die iedere vijfentwintig jaar moesten worden vervangen. Een organisme dat niemand uiteindelijk in leven probeerde te houden – de kosten daarvoor bleken namelijk hoger dan de kosten voor de bouw van een nieuwe en modernere toren. Het begon te lekken, te verzakken, te vergaan en omdat achteloosheid in een stad nou eenmaal minder makkelijk ongezien blijft, werd de grond verkocht en het gebouw in 2022 gesloopt.

 

49°02’42.5″N 9°15’55.7″E. Het is een onbarmhartige plek, zo’n parkeerplaats langs de snelweg. Ik hou van onbarmhartige plekken, omdat ze zich niet naar ons schikken. Ze herinneren ons aan onze eigen onbeduidendheid en daarom zijn we er niet graag. Liever houden we ons voor dat we als Arthur Morgans door een wereld trekken die zich altijd naar ons toe zal blijven bewegen, die eindeloos te geven heeft. Een wereld waarin iedere seconde telt omdat wij er invulling aan geven. In werkelijkheid zijn we zelfs niet in staat dat wat uit onze eigen handen voortkomt in leven te houden. Goede bedoelingen zijn vaak maar tijdelijk van aard – ze worden, zoals in het geval van de Nagasakin Capsule Tower, al snel door andere belangen overstemd. Dat is waarom ik niet kan stoppen met kijken naar de groene plantenslierten die zich een weg banen door het interieur van de achtergelaten auto. De eeuwen voor en na de Mercedes klinken erin door – hoeveelheden tijd die ik, mens als ik ben, nooit zal kunnen omvatten. Ook ik vertrek, zoals waarschijnlijk honderden mensen de Mercedes hebben opgemerkt en daarna weer zijn vertrokken, naar plaatsen waar we alles uitwissen dat ons herinnert aan wie we zijn: tussenmensen, op tussenplekken, in een tussentijd. Tot er van de Mercedes niets meer over is, en tot ver daarna.

 

Het Wintertuinfestival is een jaarlijks festival dat uitgesproken verhalen viert in iedere vorm. Vanaf half maart gaan we van start en volg je op diverse plekken in de Nijmeegse binnenstad literair programma: van leesclub tot filmavond en van schrijfworkshops tot poëzie in de buitenlucht. Dit leidt allemaal naar het festival op tweede paasdag 10 april, wanneer we poppodium Doornroosje binnenstebuiten keren met programma in de concertzalen, het café, de loading dock en kleedkamers.

Lotte Lentes schrijft proza en essays. Ze schreef de bundel Een tweede keer kijken en de novelle De jongen, het stof. Daarnaast is ze redacteur bij literair tijdschrift De Revisor. (Foto door Studio Schutle Schultz.)