Orde in de brei

Ravi Ram Koen Frijns  - 15 september 2022

Koen Frijns is Curator van het Onzichtbare en selecteerde drie schrijvers die je om beurten hier leest

Dit keer doen we het helemaal anders! De Curator van het Onzichtbare is geen oude rot in het vak, maar een maker van Wintertuin, Koen Frijns. Koen zit al meerdere jaren in het talentontwikkeltraject van Wintertuin. We vroegen hem welke jonge schrijvers het in de gaten houden waard zijn, hij koos Ravi Ram, Rosanna ten Have en Rosa Vlogman.
Koen heeft veelvuldig geschreven over zijn tijd in het tankstation en de paardenstal en zelfs Frino zag zijn levenslicht tussen de drukpersen en autobanden van de vuilnisstort. Daarom vroeg Koen Ravi, Rosanna en Rosa: wat is/was jouw literaire bijbaan? Ter introductie schreef Koen onderstaande tekst.

 

Ik zat in het eerste jaar van de opleiding Creative Writing toen een klasgenoot tegen me zei: ‘Als ik schrijf ben ik een mens en als ik in de supermarkt werk, ben ik een schrijver.’ Ik wist niet helemaal wat het betekende, maar de zin resoneerde. Ik besloot zijn stelling te testen door een kort verhaal te schrijven over mijn bijbaan in het tankstation. Ik stelde een aantal voorwaarden, zo ik mocht alleen schrijven als ik aan het werk was en in de tekst mochten alleen personages voorkomen die ik tijdens werktijd ontmoette. Het experiment resulteerde in een serie korte scènes over een jongen die met kerst een gehaktbal eet met een bouwvakker, een allergische reactie krijgt van de pesticiden waarmee hij de ventweg moet bespuiten en de vieze joggingbroek die hij altijd aan heeft.
Jaren later durf ik wel te stellen dat al mijn bijbanen een blijvende invloed hebben gehad op mijn schrijverschap. Voor Frino, een brabohopduo waar ik in zit, schrijf ik regelmatig teksten in het Brabants waarin ik zinnen verwerk die ik hoorde toen ik nog bij de vuilnis werkte. Maar ook als toneelschrijver put ik graag uit mijn werkende verleden. In mijn toneelstukken laat ik personages in een verminkte taal spreken, zoals ik die als Deliveroo-koerier soms opving in het voorbijgaan.
Nu zou ik een nieuwe lichting getalenteerde schrijvers willen vragen hoe hun bijbaan zich verhoudt tot hun schrijversschap. Twee schrijvers die net zijn afgestudeerd van de schrijfopleiding op ArtEZ, en waarmee ik het genoegen heb gehad om hen te zien voordragen of les te geven, en een ArtEZ-alumnus die vorig jaar debuteerde bij Uitgeverij de Harmonie. Alledrie met interessante bijbanen.
De eerste, Ravi Ram, is eindredacteur voor online/tv-programma’s. Voor haar afstudeerwerk schreef ze een chanson die door merg en been ging over een jongen die op een dak zat. Er is zelden een moment geweest dat ik zo blij was dat ik op de eerste rij van een theaterzaal zat. Ik heb dit nooit tegen haar gezegd, maar ik moest een traantje wegpinken tijdens haar performance.
De tweede is pizzabakker Rosanna ten Have, die de prachtige novelle Badje 3 schreef over een jonge vrouw die zich aansluit bij een zwemclub om letterlijk te leren drijven. Momenteel werkt ze aan haar debuutroman bij Uitgeverij Cossee.
Tot slot vroeg ik Rosa Vlogman die de literaire wereld bestormde met haar wervelende debuutroman Raaf, over een verstikkende relatie tussen moeder en zoon. Naast schrijver is ze ook tarotlezer.
Nog steeds heb ik geen idee wat de observatie van mijn klasgenoot nu werkelijk betekent. Maar misschien brengen de overpeinzingen van deze wonderlijke schrijvers me een een stukje dichterbij een antwoord.

 

Orde in de brei | Ravi Ram

Er zijn an sich veel mooie woorden. Van woorden als koolrabi en knetterkauwgom moet ik grinniken. Gewoon om hoe het klinkt. Maar ook clusterhoofdpijn vind ik grappig om zijn betekenis. Omdat ik me afvraag of het de naam heeft gekregen omdat je sterretjes kan zien door de hoofdpijn en een cluster een groep van sterrenstelsels is die door de onderlinge zwaartekracht bij elkaar wordt gehouden. Naast wat ze betekenen heb ik me ook vaker afgevraagd hoe woorden eruit zouden zien. Woorden als tragisch, bijna en zonde. Welke vorm ze hebben en welke kleur.
Schrijver Vladimir Nabokov beschreef hoe de letter N voor hem de kleur had van havermout en de Z van onweerswolken. Hij vertelde de BBC in 1962: ‘Misschien heeft één op de duizend dat wel. Psychologen hebben me verteld dat de meeste kinderen het hebben maar later die aanleg verliezen omdat hun door domme ouders wordt verteld dat het allemaal onzin is. Een A is niet zwart, een B is niet bruin, het is doodgewoon een letter.’

Mijn opa werd depressief en verhuisde naar zijn rozentuin. Ik vermoed dat hij behoefte had aan overzichtelijke grenzen. Nu is hij dood en ik denk dat hij dat niet erg vindt.
Hij had vroeger altijd een kalligrafeerpen waarmee hij heel mooi krullend kon schrijven. Als hij verjaardagskaarten schreef wist je niet precies wat hij je toewenste, maar het deed me wel altijd denken aan de Brief voor de koning en daardoor leek het op zichzelf al een belangrijke boodschap. Mijn opa hield van een strak pak, van een gladde kuif en een kam in een hoesje. Mijn opa hield van orde. Orde in zijn chaos.
Taal geeft orde. Wanneer je het opschrijft lijkt het te stollen tot het zijn vaste vorm aanneemt in iemand anders’ hoofd wanneer die het leest. Een geschreven verhaal heeft voor mij altijd iets weg van een nummertjesschilderij. Wanneer het op papier staat hebben alle vakjes een plek, een nummer en bij elk nummer hoort een kleur. Het klopt, het is voor de lezer overzichtelijk en als je het als schrijver goed hebt gedaan komt er bij hen een paard tevoorschijn. Wanneer je begint met schrijven hebben de nummertjes nog geen vakjes en de vakjes nog geen plek op het doek. In mijn hoofd is het nog een warboel, een soort soep. Er hangen beelden, woorden en flarden. Verhalen voelen als geordende gedachtes en het lijkt hierdoor of ik mijn gedachtes, de taal van mijn hersenen, kan laten spreken op papier en ze hierdoor kan delen. Maar ik heb nooit zeker geweten of dat wel echt kan.
Er zijn veel dagen dat ik denk dat ik gek ben. De andere dagen ben ik bang dat ik normaal ben. Ik dacht ooit dat ik slim was, om vervolgens te bedenken dat als ik dat was, ik dat nooit had gedacht, omdat ik dan wist dat er zoveel is dat je niet weet. Ik snap veel mensen niet, maar ik ben niet te onderscheiden van de rest. Mensen zijn kuddedieren waarvoor de mens beter een wat dommer wezen had kunnen zijn.
Mijn broertje is bang voor onweer. Mijn broertje is bang voor de dingen die anders zijn. Hij is bang voor de dingen die hij niet in de hand heeft. Ik hou van onweer, omdat ik dan weet dat ik niet alles onder controle kan hebben. Ik ben bang voor de dingen waar bijna niemand bang voor is. Ik ben bang voor gedachtes die hetzelfde blijven, voor verder kijken dan een week, maar ik ben niet bang voor verder kijken dan een jaar. Ik ben bang voor de volgende dag (vooral in de avond), voor het kwijt zijn van een riem, voor woorden die ik niet kan uitspreken en beelden die nooit te vergeten zijn, voor op dezelfde plek blijven en voor wennen. Ik ben bang voor het grootste gedeelte van mijzelf.
Ik ben niet bang voor anderen. Ik ben bang dat de dingen die ik doe niet horen, dat ik mezelf nooit begrepen heb en anderen ook niet, dat ik een versie van mijzelf creëer die handig is op dat moment, omdat ik daar nou eenmaal heel goed in ben geworden en daarmee iedereen, maar vooral mijzelf, voor de gek houdt. Dat ik straks getrouwd ben als een versie van mijzelf, met iemand die van die versie houdt en dat eigenlijk geen van ons tweeën echt weet wie ik ben. Dan zouden we kinderen krijgen en in bomen klimmen, of andere dingen die mensen doen om gelukkig te zijn, dat ik dan op een dag uit het raam kijk en dan denk ik: wie zijn dit? En dan kan je in een rozentuin gaan wonen of gewoon doodgaan.
Ik heb nooit netjes kunnen schrijven. Laat staan met krullen. Ik gok dat mijn opa ook alleen maar trachtte nog meer grip te krijgen op de donkere angstwolk die in mijn familie erfelijk is. Of nog wat toe te voegen. Om wat extra vorm op papier te krijgen. Een letter is niet zomaar een letter. Een letter kan dansen. Een tekst kan chaos en onleesbaar zijn, maar lezen alsof het ertoe doet.  

Ik werk als eindredacteur voor online programma’s en soms voor tv programma’s. Het overvalt me soms wanneer ik nog altijd terugreis van Amsterdam naar het heerlijk botte Arnhem, dat ik toch langzaam wegzak in de massa die wacht op de pont. En dat dit dan het ‘normale leven’ zou moeten zijn. Mijn werkplek is geen rozentuin, maar de ‘9 tot 5’ geeft wel de nodige structuur en rust. En er is hier meer dan alleen de taal.
Er is tekst, geluid en beeld. Het geeft ruimte om zonder mooi krullend te kunnen schrijven op meer manieren wat te kunnen vertellen. Om toch een paar van die flarden en beelden mee te kunnen nemen in het verhaal.
Mijn brein doet me het meeste denken aan een soep met ballen en lettervermicelli. Taal geeft wat orde in die brei. Toch blijft een tekst altijd onvolmaakt, en precies net niet wat ik wil zeggen. Het liefst sijpelt de brei over de randjes van het nummertjesschilderrij heen. 

 

Klik door naar de rest van de teksten die door Curators van het Onzichtbare werden gecureerd.

Ravi Ram maakt korte films, schrijft korte verhalen en theaterteksten, maar het grootste deel van de tijd is ze werkzaam als eindredacteur bij het video format agency, Awesome Originals. Hier is ze eindverantwoordelijk voor de inhoud en de scripts van verschillende online series voor uiteenlopende klanten, van History tot De Linda. Ravi studeerde in 2020 af aan Creative Writing ArtEZ. Ze begon tijdens haar studie al als redacteur voor videocontent. In haar studietijd onderzocht ze aan de hand van hersenonderzoeken, het grensgebied tussen tekst en beeld. Ze maakte de voorstelling Zoals verwacht, over hoe we met onze verwachtingen onze eigen passende jas proberen te verzinnen of anderen dit voor ons doen. Ze studeerde af met de korte film Fish Eye, over een goudvis, en hoe zelfs het oog, de lens, je niet altijd de realiteit garandeert. (Foto door Kirsten van Santen.)

Koen Frijns schrijft proza, poëzie en theater en is een begenadigd performer. Hij studeerde in 2016 af aan Creative Writing ArtEZ en maakte tijdens zijn studie verschillende solovoorstellingen: De parkieten kwetteren harder, over de gevolgen van tinnitus, en De man van klei, over Koens oud-oom, die omkwam bij een modderlawine op de Sint-Pietersberg. Hij droeg voor op onder andere Lowlands, Down the Rabbit Hole en Wintertuinfestival. In 2016 werd hij geselecteerd voor het Slow Writing Lab. Koen geeft les binnen het Verhalenhuis. Naast schrijver is Koen muzikant. Onder de naam Frino bracht hij samen met producer Ruben den Brok in 2019 de ep Nestgeur uit, in 2020 volgde Grindtegeltuin en in 2022 verscheen de EP Ongezouten noten. Ook is Koen lid van BOYBAND, de literaire boyband. (Foto door Gaby Jongenelen.)