CRC4 | Groeten van het tankstation

Thom Wijenberg  - 14 januari 2021

Geïnspireerd door het werk van Ursula Rucker

De afgelopen maanden hebben we samen met schrijvers Maarten van der Graaff, Kila van der Starre, Eva Meijer en Babs Gons Close Reading Clubs (CRC) georganiseerd naar aanleiding van een tekst die zij mochten selecteren. Thom Wijenberg was aanwezig bij alle vier de leesclubs en liet zich erdoor inspireren tot nieuw werk. Deze vierde tekst schreef hij na het bijwonen van de leesclub waarin Babs Gons een doorsnede van het werk van Ursula Rucker met de deelnemers besprak. Close Reading Club 4 gemist? Beluister het werk van Ursula Rucker op Spotify of klik onderaan deze pagina door naar de door Babs Gons besproken songs. 

 

Za 9 januari 2020, 16:51

Aan: Noralie van der Sanden
Van: Jochem Weijers
Onderwerp: artikeltje

Hallo Noralie,

Hoe is het met jou?

Hier Jochem, van het tankstation. Ik heb je mailadres gekregen van de krant. Daar heb je een paar hongerige pitbulls zitten hoor, godsamme. Toen ik mailde met mijn eigen naam eronder, zeiden ze dat ze je adres niet zomaar met Jan en alleman delen. Ik moest mijn verhaaltje eerst naar hun sturen en als het beschaafd genoeg was, zouden ze het naar jou doorzetten. Maar ik ben niet compleet achterlijk. Mails en brieven van mensen zoals ik verdwijnen altijd op onverklaarbare wijze. Dus toen heb ik gedaan alsof ik een of andere hoogleraar was en een interview met je wilde en boem, tien minuten later had ik bingo. Een direct lijntje met miss Noralie herself.

Afgelopen zondag zat ik samen met ma te ontbijten. Je weet wel, gebakken eitje, Danerolles, sapje erbij. Zegt zij opeens: ‘Jochem, volgens mij gaat dit over het tankstation.’ Dus ik die krant pakken en dat stukkie lezen. En verrek, het ging inderdaad over het tankstation en jouw naam stond eronder! Ik herkende je nauwelijks met die kale knikker. Dacht eerst nog dat ze per ongeluk een foto van een vent erbij hadden gezet, maar jij was het. Zonde van de mooie krullen, joh!

Maar goed, ik schrok dus van je artikeltje. Ik heb eigenlijk niet echt aan je gedacht nadat je ‘m hier peerde, maar jij blijkbaar wel aan ons. Ofja, wat we je geflikt hebben. Al die dingen die je racisme en discriminatie noemt. Het meeste was ik al half vergeten. Dat verjaardagspakket bijvoorbeeld, met negerzoenen en een fles Aunt Jemima. Je moest eens weten hoeveel ons dat heeft gekost. Spooky had de fles uit Canada besteld en toen moesten we bij het postkantoor ook nog veertig euro aan douanekosten betalen. Of toen we met sinterklaas allemaal verkleed als zwarte piet naar het werk kwamen, terwijl jij ons zowat smeekte om het niet te doen. En dan die klotebijnamen die we voor je bedachten. De meeste durf ik niet eens meer uit te typen. Wat een uitschot waren we. In je artikel schrijf je dat je toen dacht dat je het had kunnen voorkomen door er minder hard tegenin te gaan. Ik denk dat je gelijkt hebt. We deden die dingen alleen omdat jij het zo vreselijk vond. Dat maakte het de moeite waard. Voor jou was er een Aziatisch jochie dat we het leven zuur maakten, maar die legde zich daar meteen bij neer. Dus hielden we er snel weer mee op, want op die manier was er niks aan.

Je denkt nu vast: die Jochem is geen enkele spat veranderd. Komt nu een wit voetje halen, maar is nog dezelfde teringlijer als toen. Maar geloof ’t of niet, ik ben veranderd. In juni stond ik hier ook op het Willemsplein met mijn mondkapje te chanten. Echt indrukwekkend vond ik dat. Ik had dat gedoe rondom George Floyd in Amerika helemaal gevolgd en ik vond dat er nu ook wat moest veranderen. Dus toen heb ik die oogkleppen van mijn doppen gehaald en wat docu’s zitten kijken en filmpjes van spoken word artiesten op YouTube. Ik vind het vreselijk wat jullie allemaal is aangedaan. Wat jullie nog steeds wordt aangedaan. En dat alleen maar vanwege iets simpels als huidskleur. Het is te pijnlijk voor woorden.

Tuurlijk ja, zelf heb ik er ook aan meegedaan. Ik heb daar echt lang en goed over nagedacht en ik schaam me kapot. Onze opvoeding heeft daar natuurlijk ook wel een rol in gespeeld. Wij waren allemaal van die achterstandstypes bij het tankstation, weet je nog? Spooky en André en Annelies met d’r lippiercings en jij en ik. Allemaal kregen wij van kinds af aan overal de schuld van. Op school kregen we de schuld van ruzies, op de werkvloer van diefstal en kasverschillen. En thuis deden onze ouders daar nog een scheppie bovenop. Als er krassen op de auto zaten, was dat onze schuld. Hond weggelopen? Onze schuld. Nieuwe vriendin van papa vertrokken? Onze schuld. We hadden geen idee hoe we daarmee moesten dealen. Niemand wilde die schuld meeslepen. De zondebok zijn. Dus gaven we de schuld waarmee we waren opgezadeld als een estafettestokje door aan een ander. En toen die schuld bij jou aankwam, had iedereen hem al vastgehad. Jij stond aan het einde van de lijn. Bij het tankstation in ieder geval. Het enige wat jij kon doen was wachten tot de bom waarmee wij je hadden opgescheept zou barsten.

Dus ja, wat ik wil zeggen is dat het me spijt. Het verandert niks aan de hele ellende, maar het spijt me echt.

Het kan je vast weinig schelen, maar hier is weinig veranderd. In maart vier ik mijn tienjarig jubileum bij het tankstation. Ik verveel me kapot, maar ik hoef gelukkig niet meer de hele dag achter Duitsers en Polen aan te rennen die ‘vergeten’ te betalen. Hans heeft op een beurs in Frankfurt een apparaat gekocht die voor ons bijhoudt welke tankbeurten worden betaald en welke niet. Een cameraatje legt de nummerborden vast en stuurt ze direct naar de politie. Heel relaxt, al is er soms een storing en moet ik er alsnog achteraan met mijn dikke pens. In het weekend volg ik een cursus persoonlijk leiderschap, voor het geval Hans binnenkort bezwijkt aan zijn nierkwalen. Hij heeft je artikel ook gelezen. Zei dat je een ondankbare trut bent en een nijlpaard en nog wat meer dingen, maar die zal ik je sparen. Ik wilde bijna tegen hem zeggen dat hij echt een racist is, maar ik kon mezelf net op tijd tegenhouden. Ik heb deze baan nodig, dus totdat hij de deur uit is zal ik de voeten van die ouwe lul moeten blijven kussen. Spooky werkt hier trouwens ook nog. Tijdje geleden heeft hij een jonge griet bezwangerd en omdat haar ouders gelovig zijn, moet ie nu met haar trouwen. Hij denkt trouwens nog steeds dat het leven een grote simulatie is, net als toen, weet je nog? Fucking mafketel. Je krijgt de groeten van hem.

En van mij ook de groeten,

Jochem

 

Close Reading Clubs

Onder leiding van Maarten van der Graaff werd Vincent Mahieu’s korte verhaal ‘De indringster’ besproken; o.l.v. Kila van der Starre de bundel Ik vond geen spoken in Achtmaal van Dean Bowen; o.l.v. Eva Meijer een fragment uit Olga Tokarczuks roman Jaag je ploeg over de botten van de doden; en o.l.v. Babs Gons een doorsnede van het werk van Ursula Rucker. De komende weken lees je Thom Wijenbergs literaire notulen bij deze leesclubs.

Andere luister-, lees- en kijktips naar aanleiding van CRC4 zijn:
– De door Babs Gons besproken songs van Ursula Rucker: The Return to Innocence Lost, Supa Sista, Black Erotica, I Ain’t (Yo Punk Ass Bitch)
Loveless, een samenwerking tussen Rucker en 4hero.
You Go Girl, muurschildering van Ursula Rucker en Jetsonarama in Philadelphia.

Thom Wijenberg is schrijver en dichter. In zijn werk gebruikt hij camp om queerness en queer ervaringen in een heteronormatieve wereld te onderzoeken. Zijn werk verscheen onder andere in De Revisor, Op Ruwe Planken en op Vuurland en Notulen van het Onzichtbare. In 2022 nam hij deel aan de Parijsresidentie van Vlaams-Nederlands HuisdeBuren. Thom zit in het talentontwikkeltraject van Wintertuin en is daar ook werkzaam als talentontwikkelaar en redacteur.