Zomerkamp #2: Tien minuten is genoeg

Elske van Lonkhuyzen  - 31 augustus 2019

Het Verhalenhuis is op zomerkamp in het Jan van der Ploeghuis in Rotterdam, Elske geeft er elke week schrijfles. Neem een kijkje in dit huis met zijn bonte bewoners en omwonenden.

Ik begin te snappen hoe het werkt in het Jan van der Ploeghuis. Kalenders, agenda’s en klokken zijn er niet zo belangrijk. Dat moet haast wel, want elke week opnieuw is het voor iedereen een verrassing dat ik er ben. Niet op een uitbundige manier, maar op een manier van opkijken uit de wijkkrant, een peukje uitdrukken in de volle asbak en zeggen: ‘Oh, is het donderdag?’

Omdat de donderdag als een verrassing komt, ga ik zelf de appartementen van de deelnemers langs om te vragen of ze deze week meedoen. Een enkeling is thuis.

‘Oh ja! Wanneer beginnen we?’
‘Over een kwartier.’
‘Oké dushi, ik kom er zo aan.’

Een kwartier wordt steevast een half uur. Ik bestel alvast blikjes Fernandes en flesjes cola in het café.
‘Met een rietje?’
‘Ja, graag.’

Zelf heb ik altijd veel tijd nodig om te schrijven. Ik kom traag op gang en pas na heel veel woorden weet ik wat ik ongeveer wil zeggen. Om dat vervolgens daadwerkelijk te zeggen, moet ik weer heel veel van die woorden schrappen. Ik stort dus eerst een berg beton en daarna hak ik daar een verhaal uit. Daar ben je wel even mee bezig.

Ik heb ook rust nodig bij het schrijven. Dat was altijd al zo. Ik was enig kind en had veel penvriendinnen. Aan een opgeruimd bureautje in een opgeruimd kamertje in een opgeruimd rijtjeshuis aan een opgeruimde straat schreef ik mijn brieven. Ik nam de tijd om er glitterstickers bij te plakken en de eerste letter van elke zin krullerig te versieren.

Voor mijn leerlingen in het Jan van der Ploeghuis moet het niet te lang duren. De eerste tien minuten wordt er nog wel in stilte geschreven, met een voelbare concentratie, maar als mijn timer op meer dan vijftien minuten staat, begint er steevast iemand alvast te vertellen wat ze heeft geschreven. En binnen die eerste geconcentreerde tien minuten gebeurt er ook van alles: een telefoon gaat, een oud-bewoner waait aan, een van de vrijwilligers komt iets vragen.

Ik beschouw het dan ook elke keer weer als een klein wonder dat er, wanneer mijn wekkertje eindelijk het verlossende signaal geeft, zoveel op papier staat. Niet veel in de zin van veel woorden, doorwrochte plots, stijlexperimenten. Maar veel in de zin van: veel eerlijkheid, veel betekenis.

Dit is bijvoorbeeld wat Omar in tien minuten schreef:

Het regende en ik liep met haar onder een paraplu. Ik dronk een beetje whisky en kuste haar. Dit was in Irak. Ze was mijn grote liefde, de liefde van mijn leven. Ze is nu dertig jaar geleden overleden, maar ik ben nooit meer met een andere vrouw geweest, ook al heb ik er veel ontmoet.
Ik denk altijd aan haar. Ze zit in mijn brein. Als ik een beetje boos was opende ze haar armen en hield mij vast. Dan werd ik rustig. Als je eenmaal verliefd bent, dan blijft dat.

 

En dit is een klein meesterwerk van Ugette:

Mijn perfecte zomer was afgelopen april, toen ik van Nederland naar Suriname ging. Op airport Zanderij aangekomen voelde en rook ik de koeienmest en een stevige Surinaamse wind die ik in geen tijden had gevoeld. Het was een tropische wind, die door mijn haren ging. Mijn oren deden nog pijn van al die herrie in het vliegtuig, dus het kwam goed uit. Het verzachtte de pijn aan mijn oren. We reden naar huis. Het was best een lange rit en onderweg rook je de verschillende gerechten die de mensen klaarmaakten. Je kreeg er gewoon honger van. Mijn maag begon te rommelen. Door het ruiken van al dat lekkere eten begon ik spontaan te kauwen. We stopten onderweg bij een toko en keken in de kast waar ze al het lekkere eten bewaarden, buiten het bereik van de vliegen. Ik bestelde van alles en nog wat want mijn ogen waren groter dan mijn maag. Kippenpoten, kippennek. Dingen die je hier niet eet. Ik propte alles naar binnen want we moesten verder. Eindelijk waren we thuis, op mijn logeeradres. Dat was bij mijn moeder, die ik in geen jaren had gezien. Ik omhelsde haar. Ze rook nog naar de moedermelk van toen ik een baby was en dat maakte mijn vakantie zo perfect.

 

Het Verhalenhuis Zomerkamp
Deze zomer zetten oudere (buurt)bewoners van het Jan van der Ploeghuis in Rotterdam hun verhalen over zon, zee en vakantie op papier, onder begeleiding van schrijver Elske van Lonkhuyzen. Aan de hand van thema’s, vakantiefoto’s en ansichtkaarten halen ze herinneringen op. De beste teksten worden samengebracht in een speciaal Verhalenhuis Vakantieboek.
Het Verhalenhuis Zomerkamp wordt mede mogelijk gemaakt door het Oranje Fonds, Fonds Sluyterman van Loo en RCOAK.

Elske van Lonkhuyzen schrijft levensverhalen en ultrakort, speels proza. Daarbij experimenteert ze graag met vorm. Zo maakte ze een haikukaraoke-installatie, een familie-adventskalender, een reeks erotische plantengedichten en een museumcatalogus van al haar korte broeken. Elske won de Opium Verhalenwedstrijd, staat regelmatig op het podium en haar verhalenbundel Met de beste bedoelingen verscheen bij Wintertuin Uitgeverij. Haar werk verscheen onder andere op De Internet Gids, De Optimist, in De Titaan, Op Ruwe Planken en de Volkskrant. Elske was in 2015 Schrijver in Huis in een verpleeghuis en ze geeft schrijfles aan ouderen in Het Verhalenhuis. Ze woont in Antwerpen. Elske zit in een talentontwikkeltraject van De Nieuwe Oost | Wintertuin. (Foto door Gaby Jongenelen.)