Getuigen van oorlog

Soad Salem Sait Gulsen Melanie Winter  - 05 april 2022

Soad Salem, Sait Gulsen en Melanie Winter nemen deel aan de Schrijfworkshop Rotterdam, die aspirantschrijvers met een vluchtverleden toegang biedt tot het publieke debat en tot een netwerk in de culturele sector. Hier delen Sait, Soad en Melanie hun ervaringen, herinneringen en mening over oorlog in tijden van oorlog.

 

Een raam op de oorlogsstraat | Soad Salem

Tripoli in augustus 2011, de oorlog begon in onze straat. Mijn familie en ik zaten in het midden van ons appartement. Voordat we de kamerdeuren sloten zat ik voor die open deur, luisterend naar het gefluit van nabijgelegen kogels, het geluid van bombardementen en gebroken glas. Kogels drongen de muur van de kamer met uitzicht op de straat binnen en granaatscherven prikten in mijn been.
In maart 2022 zie ik door de ramen van Oekraïense burgers hetzelfde beeld: stof, wapens, soldaten, rook en ingestorte gebouwen en mensenlevens. Maar achter de oorlog staan altijd heel veel vijanden die we niet verwachten, zoals dakloosheid, machteloosheid, misdaad, afscheid en het verlies van vrijheid.
Bij het verdedigen van je vrijheid zul je ontdekken dat er geen verschil is tussen tegen wie je vecht, of het nu je buren op straat zijn of je buren op de kaart. Onze buren die koffie met ons delen, lachen en zelfs dansen, in de oorlog dansten ze met de dictator en rapporteerden over ons aan zijn soldaten.
Ik kan de angst, de pijn, de onzekere toekomst en de giftige relatie tussen mensen door elk raam van oorlog zien.

 

Een afscheid | Sait Gulsen

Ik zit naast mijn vader op het bankje, ik heb zijn handen vast en nu is het moment om afscheid te nemen. Morgenochtend vroeg vertrekken we naar de grens. We hebben middernacht afgesproken met de smokkelaars.
Ik wil het heel erg graag vertellen, vooral aan mijn vader. Dat wij weg moeten, dat ik het risico niet meer kan nemen, dat we elkaar mogelijk niet meer zullen zien. De meest dappere persoon die ik ken, met wiens ongelooflijk verhalen ik ben opgegroeid. Hij moet het toch weten? Was hij maar een beetje jonger. Als hij niet net uit een grote operatie gekomen was, was het risico wat kleiner. Oh, het wordt lastig. Ik weet niet hoe ik het kan zeggen of überhaupt moet zeggen. Niet omdat hij ons tegen zou houden. Nee, zijn zoon als prooi zien in een escalerende heksenjacht, dat zou zo’n wijze man niet willen hebben.
Ik kijk naar mijn kinderen. Ze spelen alsof er geen morgen is. En ik denk aan morgen. Ruim twaalf uur moet ik rijden. Zullen we langs alle checkpoints komen? Een lange nachtwandeling wacht daarna op ons, langs de dorpen en gendarmerie. Daarop volgend het oversteken van een enge rivier, ja precies, met een rubberboot, dat zei de smokkelaar tenminste. En als dit allemaal lukt, en we niet opgepakt of verdronken zijn, moeten we nog kat en muis spelen met de Griekse politie aan de andere kant om een pushback te voorkomen.
De kans is groot dat dit in ieder geval de laatste keer wordt. Zelfs als het ons lukt, denk ik niet dat hij het redt tot we terug mogen. Ik begin te zweten. Verstandig is het niet, maar hier in the heat of the moment, heb ik de neiging om die omhelzing te geven en een fatsoenlijk afscheid te nemen. Ik kijk in de ogen van mijn vrouw, op zoek naar een teken, een bevestiging. Ze probeert haar tranen te verbergen. Haar eigen ouders durfde ze niet eens zien. Ze schudt haar hoofd. Geen groene licht. Hoe minder ze weten, des te beter. Oh, hoe koud wordt het ineens.
‘Jongens we gaan! Zeg even gedag tegen je oma en opa, want we gaan morgen kamperen.’
Hoe neem je afscheid van je ouders zonder dat je mag zeggen dat het een afscheid is? Dat wist ik ook niet. Maar ik heb het gedaan, meer kan ik er niet over zeggen.
Vier dagen na onze vlucht, we komen net uit een Griekse detentiecentrum, is hij de eerste die ik bel: ‘Papa we zijn weg, maar we zijn nu in de vrije wereld.’
‘Goed gedaan jongen, je hebt het juiste gedaan! Veel geluk bij alles dat op je pad komt, ik ben altijd bij je.’

Na ruim twee jaar word ik wakker om drie uur ‘s nachts. Het is mijn wekker niet. Mama belt. Ik hoop van harte dat ze per ongeluk belt. Ze komt toch met het slechte nieuws: papa is weg.
Dat rouwen daarna was op z’n zachtst gezegd nog wel een dingetje. Net als mijn afscheid zonder afscheid, was het deze keer rouwen zonder rouwen. Zo ver weg te zijn van mijn familie, de begrafenis niet bij te kunnen wonen, mijn moeder niet bij te kunnen staan.
Naast mijn verdriet was ik tegelijkertijd blij. Ik hoefde tenminste niet zijn begrafenis bij te wonen met geboeide handen, tussen een aantal soldaten. Dat was wel heel fijn. De afstand tussen Turkije en Nederland boeit ons ook niet meer, nu zijn we allebei vrij en hij kan vrij reizen waar hij ook naartoe wil.

De beelden van Oekraïense mannen aan de Poolse grens die afscheid moeten nemen van hun geliefden, ouders en kinderen zonder te weten of ze ooit weer samen zullen kunnen komen, deden me intens denken aan mijn eigen afscheid. Ik weet niet welk afscheid zwaarder is, dat hoeft ook niet, maar ik bid van harte dat het voor dit dappere volk goedkomt. Dat ze binnenkort weer in hun eigen land in vrijheid mogen leven, dat iedereen overal ter wereld in vrijheid mag leven.

 

Dansen tijdens de oorlog | Melanie Winter

Deze dag gaat anders worden. We gaan dansen. We gaan zingen. Vandaag vieren we de liefde. Maar als ik ’s ochtends wakker word, vraag ik me af: hoe kun je naar een bruiloft gaan, dansen en zingen, terwijl in een ander land een oorlog gaande is?
Een oorlog die niet in mijn eigen land is, maar toch zo dichtbij gebeurt en mij zeker niet onbetrokken laat. De beelden op de nieuwsapp. Elke morgen, elke middag, elke avond. Deze moderne tijd helpt je altijd op de hoogte te zijn van de actualiteit, maar emotioneel is het niet optimaal. Ik voel mij machteloos als kijker van deze oorlog.  Donaties zijn gestuurd, maar de angst en de empathie groeien.
Betekent deze oorlog dat wij nu alles stil moeten leggen? Mogen wij niet meer genieten? Na twee jaar pandemie, twee jaar in een verdrietige bubbel zitten? Ik denk het niet, toch? Dat is toch niet gezond. En wie helpt dat?
Nu sta ik hier tussen de mensen op de dansvloer. Dansen met alle passie op discoklassiekers is iets wat je lang niet kon doen. En dan begint de band samen met de bruidegom het lied ‘Leef’ te spelen.
‘Leef, alsof het je laatste dag is.’ Zo is ook de atmosfeer hier. Met drankjes in de handen springt iedereen in de lucht. Niemand stoort zich aan de verfrissende bierregen.
Lang geleden zo gelachen en gedanst te hebben. Morgen zal ik mij waarschijnlijk niet zo lekker voelen. Spierpijn, een wijntje te veel, en mijn galajurk is nu een bierjurk. Maar het geeft niet, want vandaag vieren we de liefde en het leven. Vandaag houden we een oorlogsbreak.
Dansen tijdens de oorlog? Het kan zeker. Het moet.

 

Bij de Schrijfwerkplaats begeleiden jonge, professionele schrijvers de deelnemers bij het oproepen en optekenen van hun verhalen. De deelnemers, allen volwassen NT2- leerlingen, werken toe naar een publicatie, presenteren het resultaat op festivalpodia en in podcasts. Het creatief schrijfproces is een aanvulling op de taallessen die de deelnemers volgen bij NT2-scholen waarmee wordt samengewerkt en focust op de artistieke expressie in het Nederlands. In het najaar van 2021 presenteerden deelnemers van twee Schrijfwerkplaatsgroepen een bundel: Iemand zette gewoon het licht aan (Utrecht) en Vanaf mijn plek hier (Nijmegen).
In het seizoen 2020-2021 was de Schrijfwerkplaats in Nijmegen, Utrecht, Roermond, Rotterdam en Antwerpen. De nieuwe edities worden uitgevoerd i.s.m. de de Bibliotheek Rotterdam, de Bibliotheek Utrecht, Bibliotheek Permeke, atlas · integratie & inburgering Antwerpen, Red Star Line Museum, Antwerpen Boekenstad en Creatief Schrijven. Het project wordt mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van Literatuur Vlaanderen, het Nederlands Letterenfonds, de Taalunie, het VSB Fonds en het Fonds voor Cultuurparticipatie.

Soad Salem komt uit Libië. Soad is columnist en dichter. Ze werkte als eindredacteur van een tijdschrift en als directeur van diverse radioprogramma's. Ze publiceerde twee dichtbundels en een boek met columns in het Arabisch. Soad wil het Nederlands zo goed beheersen, dat ze columns en een autobiografie over haar leven in Nederland kan schrijven.

Sait Gulsen heeft een juridische achtergrond en heeft 14 jaar beleidswerk verricht in Turkije, waarna hij in 2018 als politiek vluchteling in Nederland is gekomen. Inmiddels spreekt Sait zeer goed Nederlands en heeft werk als beleidsmedewerker bij de Rijksoverheid. Naast werk geeft hij voorlichtingen bij het project Bekend Maakt Bemind van VWN. De grootste ontspanning blijft voor hem houtbewerking. Vaak gaat hij zonder plan naar zijn atelier en is dan zo twee uur lang bezig. Daarnaast geeft hij sinds kort online Nederlandse lessen op zijn YouTube kanaal 'Goed bezig', aan ruim 1000 nieuwkomers die nog geen taalaanbod hebben gekregen.

Melanie Winter is geboren een opgegroeid in Duitsland aan de Deense grens. Door haar nieuwsgierigheid voor nieuwe landen, culturen en avontuur heeft ze in verschillende landen gewoond. Na twee jaar in Rwanda is zij nu terug in Nederland en woont samen met haar man in Rotterdam. Vorig jaar heeft ze het schrijven ontdekt. Het geeft haar een mogelijkheid haar creativiteit uit te leven.