Fragment uit VECHT

Maxine Palit de Jongh  - 01 december 2022

Graag stellen we je voor aan een van onze nieuwe makers!

In het ontwikkeltraject van Wintertuin krijgen schrijvers de ruimte om te experimenteren en een platform om elkaar te ontmoeten. Ze worden het gehele traject begeleid bij hun werk en gecoacht in de ontwikkeling van een zelfstandige beroepspraktijk. We stellen je graag voor aan Maxine Palit de Jongh, de nieuwste maker die Wintertuin rijk is. Lees hieronder een fragment uit Maxines toneelstuk VECHT, een monoloog naar aanleiding van het toeslagenschandaal die in september 2022 in première ging bij Likeminds. De tekst is te koop bij De Theaterboekhandel. Wil je meer weten over Maxine en het talentontwikkeltraject? Ga dan naar wintertuin.nl.

 

VECHT | SCÈNE 4

Er zijn een aantal maanden voorbijgegaan, aan Zafirah is te zien dat ze lang waren.
Zafirah is overal en nergens, terwijl ze op haar werk is.

ZAFIRAH
Zo snel mogelijk doe ik de juiste documenten op de post
Ik krijg geen antwoord
Wacht af
PATS, brief op de mat
AANMANING
Ik antwoord weer
PATS, brief op de mat
Niet ontvangen
Stuur de documenten nog eens, aangetekend
PATS, brief op de mat
Niet ontvangen
Ik ga langs vraag om een bevestiging
Ik
Ik ben op mijn werk
Ik kolf
Het zoemen maakt me opgefokt en kalm tegelijk

Ondertussen kijk ik naar het beeldscherm
In de handtekening van mijn mail zie ik staan
Zafirah El Ahmadi juridisch medewerker
Aanwezig op ma, di, do en vr
Mijn functie staat in dikgedrukte letters
Ik klik in mijn agenda, vandaag heb ik drie meetings
Twee met cliënten
Ik hoop dat ik ze vandaag kan helpen
Het is zo eenvoudig nog niet

De eerstvolgende meeting is met mijn chef
Daar maak ik me geen zorgen over

De telefoon op mijn bureau rinkelt
Ik neem niet op

Je broertje huilt

Ik wil hem wiegen

Hij zweeft haast gewichtloos door mijn kantoor

Steeds als ik hem bijna aanraak, deint hij verder weg

Er vliegen vogeltjes voorbij, gevouwen van blauwe enveloppen

Hij moet er om lachen

Ik heb hem nog nooit zo horen schateren

Jij zweeft naast hem, je ruikt naar amandel

Je jongleert met de vogels en reikt naar mij

Ik wil ook de lucht in, maar het lukt niet

Ik wil springen, iets houdt me aan de grond

Ketens, met leeuwen die de wacht houden

De leeuwen van het Koninkrijk der Nederlanden bijten in mijn voeten

Mijn achilles

Die enveloppen

Ze vliegen op me af

Prikken op me in

Hard, ik bloed

Een van de vogels heeft mijn linkeroogbal op zijn snavel geprikt

Ik zie je broertje niet meer

Ik hoor zachtjes je stem

Nisrine! Kom naar mama! Nisrine!

Nisrine!

BSO belt
Een chagrijnige stem vertelt me dat ik echt een setje kleding mee moet geven
Er ontsnapt een kleine ‘ja zal het niet meer vergeten’
Ik houd er niet van achter de feiten aan te lopen

Ik haal jou en Snork op
Er zit nog groene verf rond jouw ogen

Het is niet de bedoeling dat de kinderen met verf gooien
Leert u haar dat dat mag? Hier hebben we wél regels

Ik weet niet wat ik moet zeggen behalve:
‘Het zal niet meer gebeuren’

Ik wil snel weg

Je treuzelt en ik snauw dat je op moet schieten
Je kijkt me met grote ogen aan
‘Schiet nou op Nisrine ik heb het helemaal gehad vandaag
Je moet eens normaal doen’
Ik verafschuw ouders die dat tegen hun kinderen zeggen
Toen ik nog geen moeder was dacht ik altijd:
Weet een kind wat normaal doen betekent?

Mirza begint ook te huilen
‘Je mag niet met verf gooien
Je moet naar de juf luisteren en je aan de regels houden
Als je je niet aan de regels houdt, gaat het mis, hoor je me?’
Je tranen laten het appeltjesgroen vervagen

Je schudt je van me los en loopt jammerend het plein af
‘Hier blijven!’
Bij het hek stop je en laat je op de grond vallen
Dan zie ik het weer
Jij wilt plezier maken
Terwijl Mirza huilt
Zwaai jij naar ons om hem op te vrolijken
Het helpt niet, maar je doet zo je best

Eigenlijk wil ik ook huilen
Dit is al de zoveelste maand dat ik
Incasso’s terug heb moeten boeken
De spaarrekening is bijna leeg
En ik
Weet
Nog steeds niets

Mijn ogen zijn zwaar
Mijn handen glijden van het stuur
Ik schrik van het getoeter
Shit, rood
PATS
Brief op de mat
BOETE
Je moet boeten Zafirah, boeten
Je moet opletten, wakker blijven
SCHERP
De getallen slaan me in mijn gezicht
Ik
Weet
Niet hoe ik
Ik ben bang dat ik Mirza vergiftig
Dat mijn melk niet meer goed is
Dat ik niet meer goed ben
Ik heb het idee dat hij niet groeit

Maxine Palit de Jongh is toneelschrijver en dichter. Na haar afstuderen (2020) aan Writing for Performance (HKU) nam ze deel aan het Slow Writing Lab van het Nederlands Letterenfonds en de schrijfresidentie naar Parijs van Vlaams-Nederlands Huis deBuren. In 2021 won ze de El Hizjra Literatuurprijs voor Poëzie. Naast toneel en poëzie schrijft ze livepoëzie waarbij ze evenementen samenvat en verdiept ze zich in proza. Maxine schreef de monoloog Vecht, een relaas over de toeslagenaffaire bij productiehuis Likeminds, die vanaf najaar 2023 op tour gaat. Haar tweede tekst FAKKING TRIEST! (+14), is een voorstelling over depressie en giftige mannelijkheid. In haar werk vervlecht Maxine magisch realisme en het alledaagse leven met elkaar. Maxine zit in het ontwikkeltraject van Wintertuin.