Tuinbonen en tape

Vivian Mac Gillavry  - 28 maart 2022

Een ode aan het onzichtbare

In de reeks Museum van de Werkelijkheid vragen we schrijvers welk verschijnsel, object of gebeurtenis volgens hen nadere observatie en/of bewondering waard is. Zaken waar we aan voorbij lopen, die in de vergetelheid zijn geraakt of die nooit de aandacht hebben gekregen die ze eigenlijk verdienen. Het resultaat is een rijke reeks aan essays, columns, recensies en fictie waarin we het onzichtbare op een sokkel plaatsen. In Tuinbonen en tape brengt Vivian Mac Gillavry een ode aan dat wat we gewend zijn niet te zien. Struin door de rest van het Museum van de Werkelijkheid.

 

Tuinbonen en tape

Ik ben veertien jaar en ik moet mijn profiel kiezen. Veel keuze blijkt er niet te zijn met mijn cijfers en interesses. Het wordt Cultuur en Maatschappij. Mijn droom is naar de kunstacademie gaan. Ik denk dat daar een interesse-cultuur heerst.

Tijdens de les staar ik naar de muur. Er glijden schaduwen overheen. Ik kijk hoe de leraar iets op het bord uitveegt. Het krijt vormt een wolk in de lucht en dwarrelt op de grond. Mijn blik volgt de patronen in het linoleum. De leraar verwart mijn fascinaties met verveling. 

Een studie en twaalf jaar later loop ik door het trappenhuis van de Gerrit Rietveld Academie. Mijn blik wordt gevangen door een stukje plakband dat op het raam is geplakt. Het is daar achtergelaten. Nooit bedoeld om de aandacht te trekken. Dienend aan iets dat wel de aandacht vroeg, een poster met een aankondiging of een tekening misschien.
Nog geen meter verderop zie ik een stuk tape op de muur. Om vast te maken, af te dekken, dicht te maken of samen te voegen. Hoe lang hangt het daar al? Hoe zou het zijn om zo’n puur functioneel bestaan te hebben?
Ik zoek naar andere overblijfsels en restjes. Op de tafels zie ik verfranden, verschillende lagen en kleuren die tonen wat er op die tafel is gemaakt. Ik vind doorgeknipte tiewraps en touw, hangend aan het plafond. Ik zie stukken schilderstape op de vloer. 

Collectief hebben we geleerd sommige dingen te negeren. Of we maken ze secundair.
We weten dat een witte sokkel niet bij het werk hoort. We doen alsof het er niet is, alsof we het niet zien. Pogingen het opvallende onopvallend te maken, hebben soms alleen het tegenovergestelde effect, zoals transparante bh-bandjes.   

Het is winter. Zes maanden na mijn afstuderen. Ik loop met mijn vriend door het park. Ik heb hem net gewezen op een spinnenweb dat door de zwaarte van dauwdruppels bijna de grond raakt.
‘Vind je dat mijn werk meer moet gaan over zware thema’s?’ vraag ik hem.
‘Heb je die behoefte?’ vraagt hij terug.
‘Op dit moment niet. Maar het voelt soms alsof er een hiërarchie bestaat in thema’s. Dat geëngageerde onderwerpen meer worden gewaardeerd dan de kleine zaken. Dat die als triviaal worden ervaren. Niet dat ik niet geïnteresseerd ben in engagement. Maar daar schrijf ik liever over, dan dat ik er beeldend werk van maak.’
‘Waarom?’ vraagt hij.
‘Als het gaat over een zwaar thema dan wil ik precies de juiste woorden vinden. Maar beeldend werk geeft juist de ruimte om de schoonheid van het alledaagse of het onopvallende te tonen. Of ritme, vorm en structuren. Wat niet in woorden te vangen is.’

We lopen verder. Ik denk terug aan de kunstacademie. Aan hoe ik tijdens mijn derde studiejaar in de keuken tuinbonen stond te bereiden. Zachtjes drukte ik ze uit hun vliezen. In de gootsteen ontstond een berg van grijsgroene jasjes. Allen met een andere vorm, teer en toch taai. 

De tuinboonschil werd het onderwerp voor mijn eindejaarsbeoordeling. Van residu naar protagonist in tekeningen, films en foto’s. 

Hoe wordt bepaald welke betekenis dingen hebben? Waarom zijn sommige onderwerpen als muzen en andere triviaal? Waarom zijn er zoveel stillevens van bloemen maar niet van tuinboonschillen?

‘Heb je dat gezien?’ Mijn vriend onderbreekt mijn gedachten en wijst naar een stukje plastic dat in een boom is vastgeraakt. Het ritselt zachtjes. Het danst in de wind.
‘Nee, ik was niet aan het opletten’.

 

©Vivian Mac Gillavry, 2017

Vivian Mac Gillavry is beeldend kunstenaar en antropoloog. Ze voltooide haar bachelor en master in Antropologie aan de Vrije Universiteit. In 2021 studeerde ze af aan de Gerrit Rietveld Academie. Datzelfde jaar werd ze geselecteerd voor Sprouts Young Talents van SBK, een groepsexpositie met nieuw werk van de 'best graduates' van de Nederlandse kunstacademies van dat jaar. Vivian werkt als beeldend kunstenaar (met een focus op sculptuur en tekenen), als programmamaker voor verschillende culturele organisaties en als schrijver. Haar publicaties verschenen o.a. op Mister Motley, Brainwash, en op Hard//hoofd, waar zij tevens redacteur is.