De Verboden Duinen verzet je zinnen

Marjolein Visser  - 25 september 2023

In deze reeks verzetten schrijvers die ooit begeleid werden in het talentontwikkeltraject van Wintertuin je zinnen door te delen waar zij nu mee bezig zijn. Van Marjolein Visser verscheen deze maand haar jeugdromandebuut De Verboden Duinen bij Uitgeverij Leopold. Tijdens het schrijven van De Verboden Duinen werkte ze ook aan een tweede roman die bij Uitgeverij Podium zal verschijnen, over drugscriminaliteit in Nederland en Mexico. Wij vroegen haar hoe het is om zich als schrijver tegelijkertijd in twee uiteenlopende werelden te begeven.

 

I’ve got your back

Begin september kwam mijn jeugdromandebuut De Verboden Duinen (leeftijdsadvies 9+) uit. Een kinderboek inclusief kleurrijke voorkant en meer dan dertig vrolijke illustraties. Tegelijkertijd werk ik aan mijn tweede roman die over anderhalf jaar uitkomt. Het kinderboek gaat over kinderen in uitdagende situaties tegen het decor van de wilde duinen, de roman gaat over de miljoenen mensen die slachtoffer worden van drugsgeweld. Bij elke literaire borrel, huisfeest of treingesprek wordt mij, in steeds andere bewoordingen, dezelfde vraag hierover gesteld: ‘Maar schrijven voor kinderen en voor volwassenen, dat is toch heel iets anders?’ Maar echt anders is het niet. Voor mij niet.
Ik schreef van kinds af aan: logboeken over onze vissen, vakantieverslagen, dagboeken en weemoedige ‘novelles over de gedachten van een vijftienjarige’ (gelukkig voor iedereen heeft niemand mijn werken die ik voor mijn twintigste schreef, gelezen). Ook daarna bleef ik op mijn studentenkamertje creatief schrijven, maar studeerde tegelijkertijd culturele antropologie en ontwikkelingsstudies en klinische psychologie. Na die studies ging ik onderzoek doen in binnen- en buitenland. Daarnaast begeleidde ik volwassenen en kinderen in ziekenhuizen, traumaklinieken en andere zorginstellingen. Ik keek naar kinderen en hun ouders. Ik ontmoette kinderen die door sommige mensen werden gezien als ontspoord. Kinderen die voor hun ouders met psychische problemen moesten zorgen. Kinderen die te moe waren om aan zichzelf te denken. Woedend zat ik na zo’n gesprek soms in de bus. Woedend over wat er verteld of juist verzwegen was. Soms wilde ik tegen die kinderen zeggen: ‘I’ve got your back’. Maar het lukte niet om het direct te zeggen, want er zaten altijd ouders bij, die veel aandacht vroegen voor zichzelf. Misschien, dacht ik later, kan ik het tóch nog zeggen – ‘I’ve got your back’ – met een verhaal. Een verhaal voor kinderen én iedereen die zelf kind is geweest. Een kinderboek.
Toen ik in Mexico werkte als onderzoeker en onderzoeksbegeleider gebeurde er iets soortgelijks. Ik kwam veel mannen en vrouwen tegen die slachtoffer werden van drugsgeweld. En soms zeí ik: ‘I’ve got your back.’ Maar de mensen met wie ik sprak, keken glazig terug, want: wat hadden ze eraan? Mijn woorden waren niet ingebed in moed. Ze hielpen en beschermden helemaal niemand. Nadat ik het gezegd had, vloog ik terug naar mijn eigen land om in veiligheid verder te leven. Ik zocht niet mee naar vermiste broers en zussen, ik verbeterde geen wetten en ik maakte niemand bewust van hun leed.
Dus ook toen dacht ik: ik ga een verhaal schrijven waarin ik ‘I’ve got your back’ niet zég, maar in een verhaal tot leven wek. Als ik hun verhaal opschrijf en met personages voor ze opkom, doe ik toch iets voor hen. Want verhalen zijn krachtiger dan preken. Dankzij een verhaal kan de wereld voelen hoe het kan zijn om iets mee te maken. Of een klein stukje van de wereld, dat hoop ik toch. En misschien gebeurt er dan iets. Misschien is de enige manier om mensen gerechtigheid te verlenen – als dat al mogelijk is – hun verhalen te vertellen. Omdat alleen verhalen laten zien dat we op elkaar lijken. Dat we dezelfde woede voelen en hetzelfde verdriet. Omdat alleen verhalen ervoor zorgen dat we ons leven veranderen. Omdat alleen verhalen de krankzinnigheid van geweld tonen. Omdat we pas ter verantwoording kunnen worden geroepen als we iets weten.
Omdat de vrouwen in Mexico en de kinderen die ik sprak gelijk hebben: ergens de woorden en beelden bij hebben, is altijd de eerste stap. En alleen als je het verhaal kent, kun je het verder vertellen.
Zo laat ik bijvoorbeeld in De Verboden Duinen hoofdpersoon Mila achter haar stotterende vriendinnetje Eline staan. Eline, die door haar strenge ouders op bijles wordt gestuurd omdat ze problemen heeft met taal en om haar stotteren steeds wordt gecorrigeerd en berispt. Mila schrijft over Eline in haar logboek:

Soms als ik niet kan slapen denk ik aan Elines stotteren. Aan hoe ze naar adem hapt, midden in een woord. Ze doet het alleen als ze bang is. Toch vind ik het niet stom als ze stottert. Ook als ze bang is, is ze mooi. Het is alsof elke letter een koninklijke gast is die zij speciaal heeft uitgenodigd om langs te komen. En over haar manier van schrijven kan ik uren schrijven. Het briefje dat ze me pas gaf, lees ik weleens midden in de nacht. Haar woorden zijn veel wilder dan die van ons. Ze komen zonder regels. Het slaat helemaal nergens op dat Elines ouders niet zien dat dat nooit veranderd moet worden.

Ik kan er in het echte leven niet zijn voor kinderen als Eline zoals ik zou willen: Mila kan het wel. En Eline doet het ook voor Mila, die in armoede opgroeit en voor haar moeder met psychische problemen moet zorgen. Eline helpt haar écht, met moedige acties en veel liefde.
In mijn roman doe ik hetzelfde, maar dan via een ander personage. Daar vertelt de conciërge van de universiteitsbibliotheek, Herman genaamd, over zijn stagiair Alex die uit Mexico vluchtte voor kartelgeweld. Hij schrijft een brief aan de rechter waarin hij pleit voor mededogen met Alex’ situatie. He’s got his back, dus.

De waarheid over hem moet je weten. Ik geef je (ik bedoel u, verdomme, U) hier een feit: Alex had oprechte aandacht voor iedereen.

We willen ons allemaal een beetje speciaal voelen. Alleen maar heel soms voelen we dat we worden opgetild uit de routine, uit onze eigen gewone niksigheid. Ik heb afgelopen jaar voor het eerst gedacht dat ik meer was dan een werkkracht. Alex gaf me dat gevoel. Bij hem in de buurt zijn gaf me dat gevoel. En mij niet alleen. Iedereen wilde bij hem zijn. Ik heb in mijn werk duizenden mensen van honderden rangen, standen en leeftijden gezien. Maar de gave die híj had, die heeft bijna niemand. Zijn bijzonderheid straalde op mij over. Hij verzachtte mijn eeltige knokkels. Hij verwarmde mijn koude poten. Ik kon mezelf ineens verdragen. Soms bleef ik op een lenteavond na sluitingstijd, als hij net weg was, nog even zitten en keek dan gewoon naar de stilstaande draaideur en de steeds minder frequente lichtflitsen in het donker daarachter en dan dankte ik hem daar in gedachten voor. Dat ik hier gewoon was, met niks. Dat ik gewoon zat. Dat ik de tijd niet doodde, maar leefde. Dat ik dat eindelijk weer eens kon. Door hem propte ik steeds vaker mijn shirt in mijn broek. Begon mijn beddengoed vaker te wassen. Ging eerder slapen. Ik hield op mezelf wakker te houden. En vooral: ik hield steeds vaker op mezelf te verdoven. Ik overwoog door hem zelfs een vrouw met een goed hart te vragen met mij verder te gaan. Maar toen ik eenmaal de moed verzameld had, ging het mis. Zonder hem kan ik zoiets niet. Hij is een groot licht. Neem dat mee, alstublieft.

Zijn mijn twee boeken wezenlijk verschillend? Voor mij niet. Voor mij doen ze hetzelfde. Ik zeg twee keer I’ve got your back middels een verhaal. Alleen is dat bij een kinderboek net wat moeilijker, omdat dan ook jongere mensen het moeten begrijpen en leuk vinden om te lezen. Maar een goed kinderboek is er ook voor volwassenen.
Een kinderboek en een boek voor volwassenen zijn, kortom, voor mij bijna hetzelfde. Bij beide zeg ik: I’ve got your back. Door, via en tegen Mila en Eline, Herman en Alex. En ik hoop, hier, vanachter mijn schrijftafel: ook tegen jou.

 

 

Mila heeft een Briljant Plan. Ze gaat beste vriendinnen worden met Eline. Dan kan Mila al het andere vergeten: haar moeder die lange dagen werkt in het strandhotel, haar vader die is vertrokken, haar voetballessen waar geen geld meer voor is. Samen met Eline maakt ze nieuwe Briljante Plannen, zoals stiekem kamperen in de Verboden Duinen. Maar alles loopt anders dan ze dachten. De Verboden Duinen (voor kinderen vanaf 9 jaar en voor volwassenen) is te bestellen op Kinderboeken.nl.

 

 

Marjolein Visser werkte eerder als psycholoog en onderzoeker voor een traumakliniek en onderzoeks- en hulporganisaties. Nu schrijft ze proza en non-fictie. Ze won Writing for Success, de Pax Duif en de VPRO Bagagedrager en was tweemaal finalist van Write Now!. Haar debuutroman Restmens verscheen in 2020 bij Uitgeverij Podium en ontving lovende kritieken. De Verboden Duinen is haar eerste kinderboek en kreeg lovende reviews van onder meer Jacques Vriens, Jaap Robben en Lisa Weeda. (Foto door Esther Lutgendorff.)