Zwerfkippenlied

Hannah van Binsbergen
, H.H. ter Balkt
 - 05 januari 2020

Vijftig jaar geleden debuteerde H.H. ter Balkt met zijn bundel Boerengedichten. Ter ere van de grootmeester zal er elke maand een gedicht van Ter Balkt geparafraseerd worden op Notulen van het Onzichtbare. De tweede bewerking is van Hannah van Binsbergen. Zij vormde ‘De Albatros aan Charles Baudelaire’ om tot ‘Zwerfkippenlied’. Lees ook de andere Odes aan de betekenis.

 

Zwerfkippenlied | Hannah van Binsbergen

Ik ben geen boer
Ik heb geen klompen en geen laarzen

De pijn in mijn voeten
Trekt dit gedicht

Het lopen is mij een lust
Het zwerven

Maar mijn voeten hebben vijanden

En ik moet gaan zitten
Hoewel ik niet wil

Geen boer is mijn meester maar zijn kippen
Wier ogen niet zweven over de wind

Zij kijken naar het gras tussen hun tenen
En toeven goed in verkoelend stof

Zonder verte is het ook best uit te houden

Aan de grond gekluisterd om de bloedgang door het ruim
Een koel hoofd te bieden, een kippenhoofd

Laat de lucht me niet grijpen en sleuren
Naar waar ik niets te zoeken heb

Wat een grap de zeewind
Belager van wat godvruchtig scharrelt
We lieten hem gaan voor onze kippenkracht

Nu het lopen mij vergaan is
En het vliegen nooit geleerd

Stop ik een lied op de plaats van het zwerven
En wacht tot de zit me vervult

 

De Albatros aan Charles Baudelaire | H.H. ter Balkt

‘De eer voedt de kunsten’
Lazarillo de Tormes

De wereld was. De wereld even mooi als
Destiny’s Child ligt nu aan Doodmakers Strand
en de lever van ons albatrossen keunt
De spons heeft het eeuwige leven net zoals
het heelal en de plastic shampooflacon
Machtig stoof onze vlerk over de watervloeren,
en over de westelijke en oostelijke vuilnisbelt
Onze jongen met plastic gevoederd
en ze sterven vóór ze vliegen,
hun sterke vleugels zullen de zee niet zien
De rolwagens van het geld en de afgronden
zijn als mensheid gekleed, nu hemel en aarde
stalactieten en stalagmieten geworden zijn
en wij spottend voedsel aan Doodmakers Strand
Bespotting onze verentooi en beenderen;
Jezus Christus, ons erbarmen is afgeschud
zoals bij de blinde leermeester van
de arme Lazarillo en zijn gelijken,
met hun onverwoestbare aanstekers geheven
naar de kanteldende rook van de crematoria
De dondergoden werpen hun kolossale hamers
De wrede tweebenige pestvolgels rennen hard
Een meteorenzwerm leeft maar twee dagen
En ook de sigarettendover gebeeldhouwd
naar de beeltenis van Koning Salomo
verzonk onvindbaar diep in de heuvels,
want de vlakte werk met blindheid geslagen

 

 

De parafrases van Ode aan de betekenis zijn, samen met een essay van Fiep van Bodegom en illustraties van Caz Egelie, gebundeld tot een bijzondere kalender die te koop is in onze webshop. Met gedichten van onder meer Dean Bowen, Joost Oomen, Asha Karami, Astrid Lampe, Hannah van Binsbergen, Alfred Schaffer, Tonnus Oosterhoff, Radna Fabias, Maarten van der Graaff en H.H. ter Balkt.

Hannah van Binsbergen studeerde wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. Ze debuteerde met gedichten op het internettijdschrift Samplekanon, ze schrijft voor Tirade en dw b, en recenseert filosofieboeken voor Trouw. Van Binsbergen debuteerde als dichter met haar bundel Kwaad gesternte. Voor deze bundel ontving zij de VSB Poëzieprijs 2017, daarmee is zij de jongste winnares van de VSB Prijs ooit en het is voor het eerst dat een debuut met de prijs bekroond wordt. In januari 2020 zal haar nieuwe boek Harpie door Uitgeverij Pluim worden uitgegeven.